Pagina:KapitaalEnArbeidinNederlandDeel1HRH2ndEd.djvu/170

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

166

dus veel uitgebreider dan in den geld- en warenhandel[1]. Met andere woorden: het industrie-kapitaal is het zwakste en kleinste van de drie. Maar het industrieële kapitaal is in Nederland niet alleen het zwakste, en laatstgekomene: het leeft daarenboven hoofdzakelijk bij de gratie van het handels- en koloniale; het is door hen in menig bedrijf eerst ontstaan. Van de industrieën in de laatste dertig jaar hier opgekomen, staan de meesten in verband met den invoer van koloniale of overzeesche produkten. Uitzondering hierop maken voornamelijk de visscherij, en die industrieën, opgekomen of belangrijk versterkt ten gevolge van de agrarische krisis.

De oudste moderne industrie in ons land, tiel-industrie, ontstond zooals wij zagen door de bemoeiingen der Handels-Maatschappij, die goederen noodig had om hare schepen op de heenreis naar Java te bevrachten, ten einde in de konkurrentie met Engeland niet verslagen te worden. Op den grondslag van het konkel teem tusschen Handels-Maatschappij en regeering, kwam een textiel-industrie op vele plaatsen op, maar zij kon zich, zelfs bij het genot van hooge differentieële rechten voor de Ned. textiel-produkten in Indië, alleenhandhaven daar waar zooals in Twente en noord Brabant reeds sedert eeuwen het weven als huisarbeid had bestaan. In Twente en Brabant vonden de industrieële kapitalisten een bevolking door de armzalige middelen van bestaan die de schrale zandgrond


    420,8; de industrieële ondernemingen (behalve beetwortelsuiker-fabrieken en suikerraffinaderjen, van 28.0 op 237.8 mill. francs: een, bewijs, hoezeer de ontwikkeling der groot-industrie, ook in de industrieële onderneming, de naam venn. vermeerdert.

  1. In de produktie, niet in de verdeeling; de detailhandel, tot voor kort het onbetwiste rijk van den middenstand, wordt hier geheel buiten beschouwing gelaten.