Pagina:KapitaalEnArbeidinNederlandDeel1HRH2ndEd.djvu/209

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

205

men kunnen zeggen dat hare geschiedenis die van werkstakingen is. Van terugblijven op dit punt, vergeleken bij de zusterbewegingen in het buitenland, is geen sprake. Wel spreekt het vanzelf, het gering aantal der georganiseerden, de verbrokkeling der organisaties en de laagte van den levensstandaard in aanmerking genomen, dat de stakingen, wanneer offensief, bijna allen behooren tot de categorie van stakingen om loonsverhooging: een bewijs, vergeleken bij die om korter werktijd, van ongunstiger toestand en geringer ontwikkeling der arbeiders. Een tweede in de geschiedenis der Ned. beweging tot heden toe vaak voorkomend type van staking is de strijd om het recht der organisatie, wel te onderscheiden van den strijd om bepaalde, door de organisatie verworven rechten of ingevoerde instellingen: tot dit laatste type, alleen bij zeer sterke, reeds menigen strijd achter den rug hebbende vakvereenigingen of bonden, voorkomend, behoort b.v. de reuzenstrijd der Deensche arbeiders in 1899 en die van den A.N.D.B. in 1902, Hierbij vergeleken, bewijzen de talrijke stakingen om het recht van vereeniging op zich zelf en waarbij het geen wezenlijk maar slechts een vorm verschil is, of de patroon de arbeiders gelast uit hun vakbond te treden, en deze hierop staken; of dat hij hen uitsluit omdat en zoolang zij lid van hun organisatie zijn de groote zwakheid der beweging, daar deze kategorie van staking alleen voorkomt, waar de patroons zich nog zoo goed als oppermachtig gevoelen. Maar tevens bewijst de uitbreiding—natuurlijk niet in ononderbroken tempo—van den kring waar beide typen van werkstaking, zoowel dat om hooger loon als dat om erkenning der organisatie, voorkomen, dat een steeds