Naar inhoud springen

Pagina:KapitaalEnArbeidinNederlandDeel1HRH2ndEd.djvu/27

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

23

van 1795 tot 1804 kostte hun onderhoud 74 millioen. De meest haveloozen en ellendigen werden uitgekozen en overal vandaan op Holland gedirigeerd; ze vertrokken zoodra ze er weer flink en glimmend uitzagen. De Franschen zelf verwonderden zich over de onuitputtelijkheid van den Hollandschen rijkdom: het schijnt in Holland dukaten te regenen, zeiden zij.

"Inkwartiering" werd het kort begrip van de zegeningen, door de Franschen gebracht. En wie inkwartiering zegt, zegt vexatie, zegt overlast in eigen woning, verstoring van alle huiselijke intimiteit, afgedwongen gastvrijheid. Men voelt hoe Hollandsche huiselijkheid, zuinigheid en ingetogenheid hiertegen in opstand kwamen. "Meer als honderd Franschen, schrijft Mevrouw Bilderdijk aan haar man in de ballingschap, hebben daags mijn huis uit en ingeloopen, die alle door ons moesten worden in- en uitgelaten; en middag en avond moesten de heeren warm eten hebben en mijn twee slaapplaatsen, en heb al te met niet geweten wat te doen van benauwdheid.... ik en de meid hebben op de grond geslapen; en zij hadden bezit van onze ledikanten genomen.... ik moest dit godloos leven in mijn huis dulden, mijn goed bederven en mij laten opvreten en zuipen, en kon niets tegen zeggen.... En zoo waren er vele. De schooiers drongen in de kraakzindelijke Hollandsche huizen, vielen neer op de hagelwitte bedden, en dronken den kelder leeg, En wanneer betalingen geschiedden, het was inassignaten: waardeloos papier.

De kwelling der inkwartiering en de honderd millioen oorlogslasten die Nederland moest betalen, drukten wel meest op de hoogere standen, maar de stilstand