Naar inhoud springen

Pagina:KapitaalEnArbeidinNederlandDeel1HRH2ndEd.djvu/62

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

58

onwil des konings, in de door de grootmachten Nederland opgelegde voorwaarden toe te stemmen. Aan konkurrentie op de wereldmarkt viel in geen verte te denken. De binnenlandsche markt, kunstmatig klein gehouden door de zware accijns, die drukte op 't verbruik, werd daarenboven overstroomd met vreemde artikelen, door den smokkelhandel tot lagen prijs ingevoerd. Het Ned. kapitaal beproefde des te minder tegen al deze moeilijkheden op te tornen, daar het in de 18de eeuw den gemakkelijken weg had leeren kennen, die van alle last en inspanning onthief.

In een tijd, dat industrieele maatschappijen en vennootschappen nauwelijks bestonden, en kapitaal steken in een handels- of industrieele onderneming, ook beteekende de werkzaamheden en zorg der leiding op zieh nemen, ook bekwaamheid en energie veronderstelde, in zoo'n tijd gaf alleen geldbelegging in effekten al de voor- en geen der nadeelen van kapitaalbezit. et aandeel in de staatsschuld opende den rentenier het Eldorado van geld dat geld uitbroeide, zonder dat hij er naar omkeek, de zoete winst zonder vermoeienis des geestes, de goudregen neerdalend bij ééne beweging van de schaar. En parallel aan dezen gelijkgrondschen effenen weg, liep nog een andere, avontuurlijk en ongelijk, maar vol beloften van fabuleuzen rijkdom: de windhandel, de spekulatie. Dien kozen de rusteloozen, de waaghalzen, de begeerigen, en genoten er de opwinding van kans en wagen, van op en neer. De speelzucht zette het bloed in vlam met de koortshitte, die geen kracht beduidt, maar sloopt wat aan haar is overgebleven. De schijn van energie, waartoe zij opzweepte, werd door ontzenuwing en verslapping gevolgd die weer meer ongeschikt maakte tot gestadige