Pagina:KapitaalEnArbeidinNederlandDeel1HRH2ndEd.djvu/69

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

65

lijk leven. Het nationalisme werd, als zoo vaak daarna, de behagelijke vorm der reakte, In overeenstemming met zijn ekonomische achterlijkheid, met het ontbreken van een moderne bourgeoisie, moest Nederland reaktionair zijn tegenover groot-kapitalistische landen als Frankrijk en Engeland. Tot 1830 had het in zijn oude burgerlijke en vrijzinnige traditie een kracht van tegenwicht gevonden. Uiterlijk scheen het liberaler dan zijn buren te zijn. Na 1830 werden de bordjes verhangen. Bewust en fanatiek koos Nederland partij voor de reaktie. Men haatte al het vreemde, omdat al het vreemde Nederland neerdrukkende vooruitgang was. Men haatte de machines: uitvindingen des duivels schenen zij. »Bijna in alle nijvere steden onzes land zag men de eigenaars van fabrieken en trafieken liever den ongelijken kamp met een wakkeren nabuur opgeven, dan de nieuwe werktuigkracht op het van ouder tot ouder overgeleverde bestaansmiddel toe te passen; ja menigeen beschouwde den rook der dampende stoomtuigen als den afgrijselijken walm van den put des afgronds."[1]

In engelachtige reinheid zocht Nederland zich van al dit duivelsche vrij te houden. Verblinde ingenomenheid met zich zelf en zijn toestand, chauvinistische zelf-verheerlijking, die, op wie nu haar uitingen leert kennen, komisch werkt door de tegenstelling van voorstelling en werkelijkheid; haat en verachting voor het vreemde, dat men niet kende—ziedaar eenige uitspringende trekken in het nationaal-karakter van het tweede kwart der eeuw. Nederland was shet


  1. Mr. G.H. Koenen, Voorlezingen over de geschiedenis der nijverheid, bl. 11. De goede man voegt er tot verontschuldiging zijner landgenooten aan toe, dat er "werkelijk iets zeer onaangenaams is in vele dier nieuwere industrieële uitvindingen."
5