Pagina:Kautsky 1900 nl Economische Theorie Marx.djvu/162

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

HOOFDSTUK VI.

HET MORGENROOD DER KAPITALISTISCHE
PRODUCTIEWIJZE.

 

 

Wij hebben in de laatste der voorafgaande hoofdstukken gezien, hoe het kapitaal zijn eigen voorwaarden steeds weer opnieuw voortbrengt. Maar het is duidelijk, dat het kapitaal zich niet in zijn klassieke gedaante kon vormen, zoolang niet deze voorwaarden tot op zekere hoogte ontwikkeld waren. Door welke toestanden die voorwaarden in het leven geroepen zijn, dat is een vraag die wij nog niet beantwoord hebben. Bij ons onderzoek van de omzetting van geld in kapitaal gingen wij uit van de onderstelling, dat eenerzijds vrij groote geldsommen in het bezit van particuliere personen voorhanden waren, anderzijds arbeidskracht als waar zich op de markt te koop bood. Hoe de arbeidskracht tot waar geworden is, wat deze geldsommen vereenigd heeft, dat lieten wij ononderzocht.

Hierover hebben wij thans nog het voornaamste te zeggen.

De accumulatie van het kapitaal beteekent de vernieuwing der voorwaarden van het kapitaal. Het oorspronkelijk ontstaan der voorwaarden van het kapitaal, dat aan zijn ontwikkeling voorafging, noemt Marx de oorspronkelijke accumulatie.

Vragen wij naar den oorsprong van het kapitaal, dan geven de economen het antwoord dat zij steeds gereed hebben als zij de feitelijke toestanden niet kennen of niet willen kennen: een Robinson-verhaal. Zulk een verhaal heeft het dubbel voordeel, dat men om het te verzinnen niets behoeft te weten en dat men het steeds zoo kan inrichten, dat het precies zegt wat men er mee bewijzen wil.

En de Robinsonaden die den oorsprong van het kapitaal verklaren en met de gebruikelijke rechtsbegrippen in overeenstemming brengen willen, behooren tot de platste vertelsels van hun soort. Van de verhaaltjes