12
warenwereld, geldt hier als een en dezelfde menschelijke arbeidskracht, hoewel zij uit tallooze individueele arbeidskrachten bestaat. Elk dezer individueele arbeidskrachten is dezelfde menschelijke arbeidskracht als de andere, in zooverre zij het karakter van een maatschappelijk gemiddelde arbeidskracht bezit en als zoodanige maatschappelijk gemiddelde arbeidskracht werkt, dus ter productie eener waar ook slechts den gemiddeld noodzakelijken of maatschappelijk noodzakelijken arbeidstijd vereischt. Maatschappelijk noodzakelijke arbeidstijd is arbeidstijd, vereischt om een of andere gebruikswaarde met de voorhanden maatschappelijk-normale productievoorwaarden en den maatschappelijk gemiddelden graad van vaardigheid en intensiteit van arbeid te vervaardigen". Verandert de voortbrengingskracht van den arbeid, dan verandert ook de maatschappelijk noodzakelijke arbeidstijd, dan verandert ook de waarde.
De tijd die noodig is om een bepaald product te vervaardigen, moet natuurlijk voor den mensch steeds, onder elke productiewijze, van belang zijn; eveneens moet hij steeds, ook bij communistische productiewijzen, van invloed zijn op de verhouding naar welke de verschillende soorten van arbeid samenwerken.
Nemen wij weder het voorbeeld van een indische communistische dorpsgemeente en onderstellen wij dat deze twee smeden ter vervaardiging harer landbouwgereedschappen aan 't werk heeft. Een uitvinding doet nu het voortbrengingsvermogen van den arbeid zoo toenemen, dat nog slechts één smid noodig is om in een gegeven tijd de vereischte landbouwgereedschappen te vervaardigen. Thans zal men niet meer twee smeden met dezen arbeid belasten, doch slechts één; den ander wellicht tot vervaardiging van wapenen of sieraden gebruiken. Het voortbrengingsvermogen van den veldarbeid daarentegen stellen wij dat gelijk blijft. Er moet evenveel arbeidstijd als tot dusver besteed worden, om de behoefte der gemeente als tot dusver te bevredigen.
leder lid der gemeente zal onder deze omstandigheden hetzelfde aandeel aan veldvruchten ontvangen als tot dusver; doch een verschil treedt thans op: het voortbrengingsvermogen van den smidsarbeid is verdubbeld; op de vervaardiging van landbouwgereedschappen valt thans nog slechts een aandeel, niet twee, aan veldvruchten. De verandering in de betrekking der verschillende arbeidssoorten is hier een zeer eenvoudige en doorzichtige. Zij wordt mystiek, zoodra niet smidsarbeid en veldarbeid onmiddellijk samenwerken, doch eerst in hunne producten in betrekking tot elkander gebracht worden. De verandering in het voortbrengingsvermogen van den smidsarbeid verschijnt dan als verandering in de ruilverhouding van het product van den smidsarbeid en andere producten, als verandering in hun waarde.
Reeds Ricardo had opgemerkt, dat de grootte der waarde van een waar door de tot haar vervaardiging bestede hoeveelheid arbeid bepaald wordt. Maar hij doorzag niet het maatschappelijk karakter van den arbeid, die in den waardevorm der waar verscholen is, d.w.z. het fetischisme der waar. Evenmin scheidde hij uitdrukkelijk en met helder bewustzijn den warenwaarde-vormenden kant van den arbeid van zijn gebruikswaarde-vormenden kant. Het fetisch-karakter der waar hebben wij reeds aangetoond. Laat ons thans Marx volgen bij zijn