Pagina:Keulemans Onze vogels 2 (1873).djvu/101

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

„Al wie den vogel hoort, zonder hem te zien, zou meenen, zich te midden van een heerlijk vogelenkoor te bevinden. Zóó volmaakt zijn zijne nabootsingen, en zóó schielijk en afwisselend de klanken, die hij voortbrengt, dat zelfs de wildjager dier streken er door bedrogen wordt. Gelijk de jager de vogels lokt, door hun geroep na te bootsen, zoo wordt hij wederkeerig door de geluiden van den Spotlijster om den tuin geleid, daar deze hem naar vogels doet uitzien, die misschien uren ver in den omtrek niet te vinden zijn. Doch niet alleen de natuuronderzoeker en de jager worden door hem misleid, ook de vogels zelf, die zich in zijne nabijheid bevinden, vliegen maar al te dikwijls op het vermeende geroep hunner soortgenooten aan, of wel zij schieten angstig tusschen het gebladerte op het hooren van een geluid, hetwelk hun, als dat van den Sperwer, dreigend te gemoet klinkt".

Andere schrijvers melden, dat Spotlijsters, die zich nabij de woningen of in meer bevolkte streken ophouden, de geluiden van huisdieren zóó natuurlijk nabootsen, dat dikwijls de bewoner dier streken zijn hond in het bosch denkt te vinden, en eerst op het zien van den wegvliegenden vogel het bedrog ontwaart. Evenzoo wordt ook de hond verschalkt; want de Spotlijster bootst ook het fluiten na, waarmede de meester zijn hond roept, en deze zoekt nu zijn meester in het bosch. Op dezelfde wijze misleiden zij, volgens die schrijvers, de Hoenders, door den Haan na te kraaijen, doen de kuikens afdwalen, door even als de Hen te kakelen, en drijven zoodoende onbewust den spot zoowel met de menschen als met de dieren, in wier nabijheid zij zich bevinden.

Jammer echter dat de Spotlijsters, die in gevangen staat uit Amerika herwaarts worden aangevoerd, zoo geheel en al hunne zoo wondervolle hoedanigheden verloochenen. Zoolang de vogel in zijn vaderland, in den winkel van den vogelhandelaar te koop hangt, bestaat er geen grooter kunstenaar, geen aardiger naklapper, geen fraaijer zanger, dan hij; maar naauwelijks is de vogel verkocht, of al zijn talent is gevlogen. En toch wordt er wel honderd dollars, soms nog meer voor zulk een vogel betaald. Voorwerpen, die juist te Liverpool zijn aangevoerd, gelden 2, 3 of 4 pond sterling per stuk, en de vogelhandelaar in Engeland maakt er meestal goede zaken bij. De vogelliefhebber echter, die zich voor zoo veel geld een Spotlijster heeft aangeschaft, verkeert lang in groote verwachting, en schrijft intusschen het zwijgen van zijn nieuweling aan vermoeidheid ten gevolge van den overtogt toe. Andere teleurgestelden vleijen zich een tijd lang met de