nog nooit in de gelegenheid was, Zanglijsters met den nestbouw bezig te zien.
Van elf verschillende nesten nu, die ik voor mijn onderzoek verkrijgen kon, waren twee uit Holland, beide in tuinen gevonden; een uit België, in masthout gevonden; een uit Spanje, plaats waar gevonden onbekend; de zeven overige uit Engeland, misschien wel uit evenveel verschillende boomen of struiken afkomstig. Al die nesten waren halfkogelvormig, het eene wel iets hooger dan het andere, maar in de materialen vond ik weinig verschil: eenige waren iets meer, andere iets minder van halmen, wortels en mos voorzien; slijk vond ik bij allen; een kleverig speeksel, dat gedroogd was en hier en daar als gedroogde, maar geschilferde vernis of gom glinsterde, was bij sommige nesten zeer duidelijk waar te nemen en bij een (uit Engeland afkomstig) over het geheele nest te zien. In een der nesten waren aan de buitenzijde stukjes schors aanwezig. Vermolmd hout vond ik in acht nesten (waaronder de twee uit Holland), en ik hield dit voor vermolmd, of liever, door ouderdom half verrot en vezelig geworden wilgenhout; deze houtvezels hadden echter niet die bleeke tint, welke men gewoonlijk aan vermolmd hout opmerkt; enkele vezels waren ook min of meer zijdeachtig; vermoedelijk was het niets anders dan gedroogde koemest. Trouwens zal wel 't waarschijnlijkst zijn, dat de Zanglijster, even als andere vogels, al naar de omstandigheden, nu eens deze, dan weder gene bouwstof zal bezigen, en dus b.v., waar zij geen vermolmd hout kan vinden, zich met gedroogde vezels uit koemest zal behelpen. De meeste vogels handelen in dit opzigt zeer rationeel; 't is hun dan ook daarbij niet om de keuze van eene bepaalde stof te doen, maar om het nest te bouwen uit stoffen, die hun zacht genoeg voorkomen, om de jongen niet te schaden, maar ook hard, taai of sterk genoeg om het nest aan de buitenzijde in verband te houden. De noodige materialen vinden zij meestal in de onmiddellijke nabijheid; en indien zij de eene of andere natuurlijke kleefstof (zoo als speeksel) bezitten, dan gebruiken zij die steeds, want die kleefstof bestaat ter wille van het te bouwen nest. Vandaar dat wij ook in de nesten van de Zanglijster die kleefstof vinden, of althans kunnen vinden, daar zij er steeds in aanwezig is, al merken wij 't niet dadelijk.
Het nest der Zanglijster bestaat dus uit mos, halmen en worteltjes, die met slijk en kleverig speeksel verbonden worden; in plaats van slijk wordt soms koemest gebruikt, b.v, bij droog weêr, als wanneer er geen slijk te vinden is, waarvoor dan de vogel geen beter surrogaat zou kunnen kiezen, dan koemest. Dit alles nu werkt de vogel netjes en stevig door elkaêr, bestrijkt de wanden van binnen