Pagina:Keulemans Onze vogels 2 (1873).djvu/144

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

meelwormen, miereneijeren en gehakt vleesch voêrt. Van lieverlede pikt hij ook broodkruimels en vlierbeziën op, doch kan zonder insectenvoeder niet levend blijven; groote spinnen nuttigt hij gaarne. In zijne wijze van bewegen heeft hij veel van de Mees. Hij wordt nooit geheel vertrouwelijk, maar wel brutaal; zoo b.v. zal hij wel een meelworm uit de hand oppikken, doch blijft niettemin schuw. Hij kan de koude niet verdragen en moet dus 's winters binnenshuis gehouden worden.