Pagina:Keulemans Onze vogels 2 (1873).djvu/223

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

DE KUIFLEEUWERIK.

ALAUDA CRISTATA.


Ofschoon minder algemeen, dan den Akker- of Gewonen Leeuwerik, vindt men de hier afgebeelde soort toch in verschillende streken van ons land, vooral in de duinen nabij Scheveningen en Katwijk aan Zee. Ook in Drenthe en Noord-Braband treft men haar aan, doch niet zoo veelvuldig als in de nabijheid van Scheveningen, waar zij, even als de badgasten, voortdurend in aantal toeneemt. In alle landen van ons werelddeel vindt men haar op bepaalde plaatsen. Zij is de Leeuwerik van het zand, gelijk de Boomleeuwerik aan de heide, de Gewone soort aan het weiland eigen is.

Even als de beide genoemde soorten, bewoont hij bijna geheel Europa; doch komt echter ook in landen voor, waar de Akker- en Boomleeuwerik niet te vinden zijn, althans indien men de in de woestijnen van Afrika levende voorwerpen tot dezelfde soort mag rekenen. Ook bij de Kuifleeuwerik worden, gelijk bij den Akkerleeuwerik, verscheidenheden van kleur aangetroffen, en hoogsteigenaardig komt die kleur meestal overeen met den grond, waarop hij leeft. Inzonderheid is dit het geval met die voorwerpen, welke de zandvlakten van Marokko of de groote woestijn en de roode steenvlakten van Turkije bewonen, en dit heeft menigeen tot de onderstelling geleid, dat de fijnere bestanddeelen van den grond of een fijn, poederachtig, gekleurd zand zich aan de veêren zou hechten, zoodat de vogels trapsgewijze de tinten van den grond, waarop zij leven, zouden aannemen. Ofschoon dit nu werkelijk in zekere mate het geval is, bewijst dit evenwel nog volstrekt niet, dat de veêren alleen aan zulk een invloed van buiten hare tinten verschuldigd zijn; immers is het zand of de poederachtige kleurstof gemakkelijk weg te wasschen, doch blijft de oorspronkelijke kleur onveranderd.

Voor 't overige treft men ook bij voorwerpen, die op een en denzelfden bodem