Naar inhoud springen

Pagina:Keulemans Onze vogels 2 (1873).djvu/347

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

DE ROODE PATRIJS.

PERDIX RUBRA.


De Roode Patrijs is een der fraaiste Europesche vogels; doch wordt tegenwoordig weinig in gevangenschap aangetroffen.

Hij behoort in Zuid-Europa, de Gewone soort (P. cinerea) daarentegen meer in Midden-Europa te huis. Het vaderland van den eerstgenoemde is namelijk het Zuiden van Frankrijk, voorts Spanje, Italië en een groot gedeelte van het Zuid-Oosten van Europa en, volgens Sonnini, ook Klein-Azië tot Perzië. De Gewone soort daarentegen laat zich in laatstgenoemde streken nimmer zien en is reeds in den omtrek van Constantinopel zeer zeldzaam.

Bij den Rooden Patrijs is minder verschil in de kleur der seksen op te merken, dan bij de Gewone soort. Het verschil bestaat alleen daarin, dat de kleuren der mannetjes iets donkerder en meer helder zijn; de eenjarige jongen zijn slechts een weinig fletser dan de ouden. De jongen hebben in hun donskleed veel overeenkomst met de jonge Californië-Patrijzen, maar zijn veel grooter dan dezen, terwijl ook hunne kleuren iets meer naar het grijze trekken. Het wijfje (de Hen) maakt haar nest op den grond, onder struiken, of in graanvelden. In sommige heuvelachtige streken van Zuid-Europa ligt het nest ook wel tusschen het hooge mos, doch op deze wijze nestelen deze vogels alleen dan, wanneer de streek niet al te druk wordt bezocht en zij er vroeger niet verstoord werden. Zij legt tien tot zestien, soms meer, vuil zandkleurige eijeren (ongeveer de tint van vochtigen oliesteen).

De Roode Patrijs leeft evenmin in polygamie, als de Gewone soort; evenwel heeft men waargenomen, dat ook van eerstgenoemde soort de Hanen niet altoos hunne wijfjes getrouw blijven. In Brehm's Leven der vogels lezen wij dienaangaande: „Een Spaansch spreekwoord zegt, dat, omstreeks het feest van den Heiligen