Naar inhoud springen

Pagina:Lagerlof, Niels Holgersson's Wonderbare Reis (1917).pdf/71

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

63

de speelplaats, waar het heidekruid zóó hoog stond, dat alleen hun mooi gevormde staartveeren en hun dikke snavels te zien kwamen, en begonnen te zingen: "Orr, orr, orr!"

Juist toen de berkhanen den wedstrijd met de korhoenders begonnen, gebeurde er iets ongehoords. Een vos sloop nu, terwijl alle dieren aan niets anders dachten dan aan 't spel van de korhoenders, heel zachtjes naar den heuveltop, waar de wilde ganzen waren. Hij liep heel voorzichtig, en kwam een heel eind den heuvel op, eer iemand hem opmerkte. Op eens kreeg toch een gans hem in 't oog, en omdat ze niet gelooven kon, dat een vos met een goede bedoeling tusschen de ganzen doorsluipen zou, begon ze te roepen: "Pas op! Wilde ganzen, pas op!"

De vos sloeg haar over de keel, misschien wel 't meest, opdat ze zwijgen zou, maar de wilde ganzen hadden haar roepen al gehoord, en vlogen allen op. En toen zagen de dieren Smirre, den vos, op den heuvel van de wilde ganzen zitten, met een doode gans in den bek.

Maar omdat hij zoodoende den vrede van den speeldag verbroken had, kreeg Smirre zoo'n harde straf, dat hij er levenslang berouw van had, dat hij zijn wraakzucht niet had kunnen bedwingen, maar beproefd had op deze manier Akka en haar troep te bereiken. Hij werd dadelijk omringd door een troep vossen, en veroordeeld volgens een oud gebruik, dat voorschrijft, dat ieder, die den vrede op den grooten speeldag verbreekt, verbannen moet worden. Geen enkele vos wilde het vonnis verzachten, omdat ze alle wisten, dat zoodra ze zooiets zouden willen probeeren, ze dadelijk van de speelplaats zouden worden weggejaagd, om er nooit meer terug te komen. Dus werd de verbanning uit het land, zonder iemands protest, over Smirre uitgesproken. Het werd hem verboden zich in Skaane op te houden. Hij werd verbannen van zijn vrouw en familie, van zijn jachtveld, zijn woning, van zijn rust- en schuilplaatsen, die hij tot nu toe had gehad, en moest zijn geluk beproeven in een vreemd land. En opdat alle vossen in Skaane weten zouden, dat Smirre daar vogelvrij was, beet de oudste vos hem de punt van zijn rechteroor af. Zoodra dat gebeurd was, begonnen alle jonge vossen te huilen van bloeddorst en wierpen zich op Smirre. Voor hem bleef niets anders over dan te vluchten, en met alle jonge vossen achter zich aan holde hij weg van den Kullaberg.

Dit alles gebeurde, terwijl de berkhanen en de korhoenders met hun wedstrijd bezig waren; maar die vogels zijn zóó verdiept in hun eigen gezang, dat ze hooren noch zien. Ze hadden zich dan ook niet laten storen.

Nauwelijks was de wedstrijd tusschen de boschvogels afgeloopen, of de kroonherten van den Häckeberg traden vooruit, om hun