Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/112

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

78

berg, die nog werkzaam is en van welke vrij hevige uitbarstingen bekend zijn.


Pasè-gebergte.

Meer naar 't Oosten heeft het andesiet-gebergte in 't Z. geen vulkanen, zoodat daar de inzinking zelve den Z. voet ervan vormt on her stuk tot de Djambō Ajé toe het karakter heeft van een bergketen van 1000 tot 1800 M. hoogte. Deze keten wordt door Volz het Pasè-gebergte genoemd en eindigt aan de breede poort van de Djambō-Ajé. Aan de andere zijde dezer poort vinden wij tusschen de rivierdalen weer grooter hoogten, tot 2000 M. toe.


Hoogvlakte van Kanès en Roesép.

De Noordelijkste der drie met tertiair opgevulde hoogvlakten van Gajō-land, inzinkingen tusschen de primaire horsten, welke in de vormen van een hoogplateau en hooggebergten genoemde vlakten omgrenzen, is dat van Kanès en Roesép, aldus genoemd naar groote dorpen. De daling is van N.W. en W. naar Z.O. en O. en de hoofdrivier heet Aroel Pakang (Aroel = rivier), welke op de Boer Tèlong ontspringt en zich in de kom van Samarkilang met de Djambō-Ajé vereenigt. De vlakte is door diepe rivierdalen als het ware in blokken verdeeld; het Pakangdal daalt zelfs tot 250 M. beneden de omgeving. Alleen die dalzolen zijn bebouwd en bewoond. Het hoogste deel der vlakte is ± 1000 M. hoog.


Laoet-Tawar en omgeving.

Bezuiden de vlakte van Kanès en Roesép is een horst van primaire gesteenten blijven staan, het Laoet-Tawargebergte. Ten N. van het meer bestaat het uit twee ketens, met talrijke toppen, tot meer dan 2400 M. hoogte. Ten Z. komt het gebergte niet zoo vlak en steil aan den meeroever als ten N., doch het gebergte is hier zoo mogelijk nog woester en bereikt in den Boer Kliötön tot 2660 M. hoogte.

In het W. sluit het gebergte aan bij de hoofdwaterscheiding, in het Z. en O. daalt het af naar de vlakte van Gajō Döröt.


Ontstaan van het meer.

Het Zoetwatermeer is een afdammingsmeer; een rivierdal werd verstopt door vulkanische producten, hoogstwaarschijnlijk van de Boer ni Biös, een kleinen, nu uitgedoofden vulkaan, die met een