Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/134

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

98

de hoogste zonnestanden korter na elkaar komen en de beide regentijden in elkaar vloeien.

Alleen in Zuid-Sumatra ziet het er met den regen nog Java-achtig uit: een droge tijd van Mei tot September; maar dan toch een vroeg invallende Westmoesson of regentijd. Juli is voor Bengkoelen, Palembang en Teloek Betoeng alle drie de droogste maand; December en Januari de natste tijd. En in de droogste maand hebben Palembang en Teloek Betoeng toch nog ruim 100 m.M. regen en Bengkoelen nog bijna 2 maal zooveel.

Palembang en Bengkoelen toonen reeds iets van een kleinen regentijd door de kleine rijzing der lijnen naar Maart en April.

Teloek Betoeng heeft weinig boven 2000 m.M. regen; de omringende bergen vangen nog al wat op.

De andere drie diagrammen laten duidelijk den kleinen en grooten regentijd onderkennen door de bobbels Maart-April en September-October; hoe verder Noordelijk, hoe duidelijker.

We zien verder, dat de Westkust regenrijker is dan de Oostkust en dat de drie Noordelijkste plaatsen der beide kusten geen belangrijke verschillen opleveren.

Sumatra is zeer regenrijk te noemen. In de nabijheid van den evenaar valt de meeste regen. Minder dan op Java is op Sumatra de heerschende windrichting beslissend voor de regenhoeveelheid.

Als algemeene regel wordt aangenomen, dat de regenhoeveelheid toeneemt met de hoogte, doch dat is eigenlijk alleen maar van toepassing op de langzaam oprijzende Oostelijke vlakte. Zoo valt te Sibolangit, in de Deli-Doesoen, per jaar 6000 m.M. regen. Als hooge vlakten geheel of gedeeltelijk door bergen zijn omsloten, wordt de opstijgende lucht bij haar opklimmen tegen de bergen afgekoeld; een deel van den waterdamp condenseert en op de vlakte zelf valt minder regen. Vandaar de lage cijfers voor Fort de Kock en Baligē. Het lage cijfer voor Koeta Radja zal ook wel het gevolg zijn van de afgeslotenheid aan drie zijden van het dal van Groot-Atjeh.

Op de vrijwel boomlooze Toba-hoogvlakte kan soms betrekkelijk lang droogte heerschen; hiermee wordt echter niet gezegd, dat bewouding den regenval bevordert; wellicht kan men alleen zeggen dat zij dien regulariseert.