Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/293

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

239

beschermen, toenam. De peperteelt herleefde als volkscultuur. Ook kleine Europeesche ondernemers begonnen aandacht te wijden aan dit gewas.

Op Atjeh's Westkust was de peperteelt sedert het midden der 19de eeuw achteruitgegaan door ongunstige maatschappelijke toestanden; aan de Oostkust, vooral in Peureulak, kwam zij in gelijke mate op, ja, werd zij een hoofdmiddel van bestaan. In BenedenLangkat, Temiang en Palembang toont de bevolking lust in de pepercultuur.

Op het eiland Wē wordt een erfpachtsperceel van 508 bahoe door een Chinees voor deze teelt gebruikt; in Riau zijn 300 kleine peperaanplantingen, veelal als bijproduct van de gambircultuur, in handen van Chineezen.

De zwarte peperkorrels zijn de gedroogde bessen van de klimmende heester Piper nigrum. Witte peper—kaalkoppeper, zegt de Inlander—is geschilde en gedroogde peper van goede kwaliteit.

Nederlandsch-Indië levert 34 van de wereldproductie der peper; van de Indische peper is de helft van Java en 25 van Sumatra afkomstig; het overige komt van Bangka en Borneo. Singapoera is de pepermarkt voor Sumatra; van de Java-peper gaat ruim de helft naar Nederland.

Aan „De Buitenbezittingen 1904 tot 1914", uitgave van de Mededeelingen van het bureau voor de bestuurszaken der Buitenbezittingen, ontleenen wij de volgende uitvoercijfers:

Gewest Witte Peper Zwarte Peper Totaal
Lampoengsche districten 428 000 K.G. 11 537 000 K.G. 11 965 000 K.G.
Atjeh e.O. 3 000 K.G. 3 780 000 K.G. 3 783 000 K.G.
Palembang 358 000 K.G. 1 759 000 K.G. 2 177 000 K.G.
Oostkust van Sumatra 898 000 K.G. 898 000 K.G.
Riau e. O 496 000 K.G. 223 000 K.G. 719 000 K.G.
Bengkoelen 87 000 K.G. 427 000 K.G. 514 000 K.G.


Katoen.

Niet omdat katoen reeds nu een belangrijk export-artikel is van Sumatra, maar omdat het dit behoort te worden, en ook wel worden zal, behoort hier over de katoenteelt iets te worden gezegd. De