Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/320

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

258

 

In Si Baloengoen.

In § 17 en §v 53 wordt verhaald hoe snel Si Baloengoen uit zijn doodsslaap is gewekt. Xa de vorming der afdeeling in 1906 werd er al spoedig geplant; in 1908 waren de landschappon Bandar en Siantar reeds bijna geheel voor rubber-concessies uitgegeven. De reusachtige transport-moeielijkheden, de fabelachtige rijstprijzen behooreu er nu tot hei verleden door de opening van de tramlijn Tebing Tinggi – Siantar op 5 Mei 1916.

In de onderafd. Si Baloengoen, 45 000 K.M.2 groot, met eene bevolking van 65000 zielen, waren in 1914 reeds 70 landconcessie's uitgegeven, ter gezamenlijke oppervlakte van 114 000 H.A., en daarvan was reeds de helft in exploitatie voor rubber, koffie, tabak en thee. The Rubber Plantations Investment Trust Ltd., het N. I. Land Syndicaat, de Marehat Plantagiën Gesellschaft, The AngloDutch Cy, de Deli Batavia Rubber-maatschappij (de namen bewijzen, hoe internationaal het kapitaal hier verdeeld is) en andere maatschappijen wekten het land tot leven. De in korten tijd gebouwde hoofdplaats Siantar heeft reeds een ruim wegennet, een Europeesch villakwartier, Chineesche, Maleische, Klingaleesche en Christen-Bataksche wijken en eene waterleiding.


Tobasche immigratie.

Dit nieuwste cultuurland is het terrein eener zeer belangwekkende proeve om door eene moderne immigratie-actie van bestuurswege tegelijkertijd de blijvende belangen van het land, van de groote cultures, van de Zending en van de goed bevolkte Tobalanden en Samosir te dienen[1]. In § 41 is over de uitbreiding van den rijstbouw in Si Baloengoen, in verband met deze immigratie, reeds gesproken. Men wil tegelijkertijd een stand van gezeten landbouwers en van vrije werklieden voor de ondernemingen in het leven roepen. Einde 1915 bedroeg het aantal Tobasche immigranten in Si Baloengoen reeds 6500 zielen, hoewel de krachtige actie van het bestuur ter zake pas in Maart 1914 is begonnen.

Ook Mohammedaansche Bataks komen Si Baloengoen binnen; deze zoekt men meer naar de kuststreken te verplaatsen. Den hoof-


  1. Zie: Moolenburgh, Een land van groote economische beteekenis, in het Tijdschrift v. Binnenlandsch Bestuur, December 1915.