261
| Aantal maatschappijen. | Maatschappe- lijk kapitaal. |
Geplaatst ka- pitaal. | |
| Sumatra, vaste wal. | |||
| Hollandsche | 35 | ƒ 63 750 000 | ƒ 34 336 000 |
| Engelsche | 45 | „ 68 780 000 | „ 56 716 000 |
| Fransche en Belgische | 12 | „ 19 225 000 | „ 16 524 000 |
| Amerikaansche | 2 | „ 16 250 000 | „ 16 250 000 |
| Duitsche | 1 | „ 260 000 | „ 260 000 |
| ƒ 124 086 000 | |||
| De Riau-archipel. | |||
| Engelsche | 4 | ƒ 10 339 000 | ƒ 4 978 030 |
| Belgische en Fransche | 2 | „ 1 300 000 | „ 1 265 000 |
| Amerikaansche | 1 | „ 1 000 000 | „ 1 000 000 |
| ƒ 7 243 000 | |||
Hierbij komen nog 2 Hollandsche en 6 Engelsche maatschappijen met tezamen 10 millioen geplaatst kapitaal, welke op Nederlandsen Borneo werken. Alzoo was in 1914 op het eigenlijke Sumatra ruim 124 millioen in de rubber gestoken en in alle Buitenbezittingen 141 millioen.
Van deze kapitalen was bijna de helft Engelsen geld; ruim 1⁄4 Nederlandsen; 1⁄8 Belgisch en Fransch en 1⁄8 Amerikaansch.
In 1913 leverden de Buitenbezittingen 27 000 000 K.G. rubber ter waarde van 21 millioen gulden; hiervan was 7⁄8 van Sumatra afkomstig. De geldswaarde van deze rubberopbrengst was voor 2⁄3 van plantage-rubber, voor 1⁄3 van bosch-rubber afkomstig.
Gelijk Sumatra sterk op den voorgrond treedt onder de Buitenbezittingen, zoo staat het gouvernement van Sumatra's Oostkust vooraan op het eiland ten opzichte der kaoetsjoek-cultuur, gelijk blijkt uit deze aan de Meded. v. h. Bureau voor de Bestuurszaken der Buitenbezittingen, afl. X, Dl. I, De Buitenbezittingen 1904 tot 1914, ontleende opgave:
