Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/367

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

293

gesteldheid der haven is eene belemmering voor zwaar metselwerk; er ligt een laag koraal van 4–8 M. dik, en daaronder een slappe kleilaag van 7–11 M.


Sabang-haven.

Hare evenknie, wat schoonheid betreft, is de haven van Sabang op het mooie vulkaaneiland Wè. De natuur schiep hier aan de fraaie baai van Sabang een haven, die slechts weinig steigerinrichting behoefde, om aan de groote schepen de gewenschte accommodatie en eene volkomen veilige ligplaats te verleenen.

Een direct handelsachterland heeft Sabang niet, doch als overscheephaven van Noord-Sumatra werd de haven van veel belang. Bovenal echter ontleent Sabang beteekenis aan zijne ligging in den grooten weg van het Suezkanaal naar Oost-Azië. Een tweede Singapoera kon het wel niet worden, maar toch is de hoop vervuld, dat vele schepen hier zouden willen bunkeren, repareeren en proviandeeren.

In Februari 1893 werd een detachement militairen naar Sabang' gezonden ter bescherming van de aldaar uit te voeren voorbereidende werkzaamheden voor een kolenstation, waarvoor eene overeenkomst was gesloten door het Gouvernement met de firma De Lange en C°. te Batavia. Het project werd uitgewerkt door den heer Lindhout, onder leiding van den heer J.W. IJzerman, destijds chef van de Sumatra-Staatsspoor en de kolenontginning ter Westkust. Eerst in April 1896 werd de haven als kolenstation geopend. Het contract met de firma De Lange en C°. ging in 1,898 over aan de Naamlooze Vennootschap Zeehaven en Kolenstation Sabangbaai, onder directie van de Factorij der Nederlandsche Handelmaatschappij te Batavia. De N. V. maakte er eene goed toegeruste vrijhaven (transito-haven) van en werd in 1901 geheel losgemaakt van de N.H.M. In 19Ü9 kocht het Gouvernement de steigers en kolenloodsen van deze vennootschap en gaf die aan haar weer in huur uit, terwijl de vennootschap het in de Sabangbaai aanwezige drijvende ijzeren Gouvernementsdok met toebehooren overnam. Eene uitrusting voor draadlooze telegraphie kwam in September 1911 tot stand.

In 1913 werd Sabang aangedaan door 1071 koopvaardijschepen, met 3 294 685 bruto registerton inhoud, en door 111 oorlogs- en