Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/406

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

330

en zijn broeder, den rijksbestierder Tongkoe Poetra; de eerste verbond zich met den Engelschen avonturier Wilson.


Siak-tractaat.

De in Siak ontstane anarchie noopte de broeders onze tusschenkomst in te roepen. De Regeering zond daarom in 1857 den Resident van Kian Xienwenhnizen naar Siak om de broeders te verzoenen en rast en orde in Siak te herstellen. Het gelukte Nieuwenhuizen in 1858 het Siak-tractaat te sluiten, waarmee, ondanks Engelsche protesten, ons bestuur voor goed op de Oostkust werd gevestigd. Het rijk van Deli sloot zich bij dit tractaat aan en wist zich aldus van Atjeh vrij te maken; Langkat volgde nog in hetzelfde jaar en in 1865 volgden Asahan, Batoe Bara en Serdang.

De eisch van de Sultans van Siak, om zich zekere suprematie van en den voorrang boven de andere Oostkustvorsten te zien toegekend, bezorgde der Regeering heel wat verdrietelijkheden. In 1873 stond de Sultan het eiland Bengkalis als direct bestuurd gebied aan de Regeering af, en de Oostkust, tot dat jaar eene afdeeling van Riau, werd eene zelfstandige residentie. Ter hoofdplaats Bengkalis konden nu de vorsten zich als rechtstreeksche leenmannen van het Gouvernement bewegen, vrij van Siaksche pretentie's. In 1884 werd eene nadere overeenkomst met Siak gesloten. Voor eene groote geldsom en de toezegging eener bloot formeele préséance zag de Sultan van zijn suprematie-eischen af. Tevens werd het onderdaanschap in het gewest geregeld. De overeenkomst omtrent dit onderwerp werd in 1899 herzien. Thans zijn alle niet-Inlanders en alle werklieden en bedienden, in dienst van Europeanen (dus de groote koeli-bevolking), rechtstreeksche Gouvernements-onderdanen. Deze bijzondere begrenzing van het bestuur der vorsten, alsmede hunne groote inkomsten, voortvloeiend uit den grondverhuur voor de cultures, geven aan de positie der vorsten in het Cultuurgebied van Sumatra's Oostkust een geheel bijzonder karakter.

De droom, dat Bengkalis zich tot eene drukke handelsstad zou ontwikkelen, is niet vervuld en zoo werd in 1887 Medan de hoofdplaats der residentie, en later ook de zetel van een Raad van Justitie, van een Raad van het Cultuurgebied van Sumatra's Oost-