Naar inhoud springen

Pagina:Leydse Courant 1827 no 013.pdf/2

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

den 4den uit deze haven gezeild, om zich naar Gibraltar te begeven. Twee andere Engelsche linieschepen zijn gisteren uitgezeild en hebben dezelfde rigting genomen.
Zoo even komt er eene Engelsche korvet aan met troepen aan boord. Men seint nog andere schepen, die van daag of morgen zullen binnenloopen.
Dezen avond zal er eene buitengewoone vertooning den Schouwburg gegeven worden, om de aankomst der hulptroepen te vieren. Op het einde der eerste akte zal het vertrek van Don Pedro IV. verschijnen, en de constitutionele lofzang gezongen worden.

SPANJE.

MADRID den 11 Januarij. Den 8sten in den avond heeft een buitengewoon koerier het bevel gebragt, tot het vertrek der Zwitsersche brigade. Ofschoon de Koning sedert twintig dagen geweigerd heeft aan de vereenigde verzoeken van Frankrijk en Engeland, om aan de terugzending van den Heer Colomarde en de drie Kapiteins-Generaals, die deel genomen hebbed aan den inval der Portugeesche opstandelingen, te voldoen en men dus de volvoering der bedreiging van Frankrijk te gemoet zag, om de Zwitsers te doen terugkeeren, is nogtans de indruk allersterkst geweest. De verslagenheid, met eene mengeling van vrees, toonde zich op aller gelaat, gedurende den ganschen dag, zelfs onder de laagste volksklasse; maar deze verslagenheid is weldra geweken, en gisteren reeds werd zij vervangen door eene algemeene vreugde, welke, de beide partijen gevoelden van zich van alle de Fransche troepen ontlast te zien, en zich, elk met zijne eigene krachten, tegen over elkander te vinden. De Generaal d’Arbaud Jonques was, sedert den 8sten, herhaalde malen in het kasteel ontboden geworden. Men hoopte, dat hij eenige bijzondere instructie mogt hebben, om in het een of ander geval het vertrek zijner brigade te schorsen; maar men heeft zich teleur gesteld gevonden.
Door dit tegen verwachting spoedig vertrek heeft men tegen bevel moeten geven aan twee regimenten gardes, die naar de reserve arméë de Taleyvera marcheren moesten. Zoo dra zij nogtans door andere linie troepen of Provinciale militie zullen vervangen zijn, gaan zij naar hunne bestemming. Men zegt stellig, dat men 36 regimenten provinciale militie onder de wapenen gaat brengen. De geneesheeren voor het leger zijn benoemd.
Van daag en bijna op hetzelfde oogenblik, dat het eerste detachement Zwitsers afmarcheerde, heeft de Politie uit Sevilien een expresse ontvangen, meldende, dat de talrijke benden Contrebandiers, die het gebergte Bonda doorkruisten, zich eensklaps ten getale van 400 vereenigd hebben, alle wel bestegen en uitgerust, en den naam van Contrebandiers, voor dien van Verdedigers der Constitutie, hebben verwisseld.

— De Etoile deelt eene circulaire mede, hem den 18 Januarij uit Madrid toegezonden, en door het Ministerie van oorlog des Spaanschen Goevernements, aan den Inpecteur Generaal der Koninklijke vrijwilligers, en aan de Kapiteins Generaals der Provincien gerigt, welke dus begint:
„Excellentie, de toestand van onze lange grenzen van Portugal, die onmiddelijk aan het theater raken der ongelukkige burgerlijke tweedragt, die in dat land ontstaan is, na den dood van Joan VI., geëerbiediger en vreedzamer gedachtenis, heeft ernstiglijk de aandacht van den Koning, onzen Heer na zich getrokken. Zijne Maj. vast besloten om zijn Koningrijk te behouden voor alles, hetgeen zijne zekerheid, de waardigheid en onafhankelijkheid van zijn kroon, de fundamentele en wettige orde van zijne monarchie aan eenige poging zoude kunnen blootstellen, of in gevaar brengen, en de Spaansche eer bezoedelen, heeft noodig geoordeeld, de inwendige maatregelen voor te schrijven, het meest geschikt ter bereiking van een zoo gewigtig doel, dat het groote belang uitmaakt van zijne Souvereiniteit in het Gouvernement, hetwelk de Goddelijke Voorzienigheid aan zijne Vaderlijke zorg heeft toevertrouwd.”
Dezelve circulaire deelt vervolgens mede de maatregelen ter verzekering van de grensplaatsen, door eene reserve-armee gerugsteund, enkel nogtans ter verhoeding en uit voorzigtigheid genomen; voorts een gedeelte der instructien van een meer algemeen belang aan de Generaals der grenzen gegeven. Zij brengen, zegt de circulaire, letterlijk mede, dat Z. M. het grootste verlangen heeft, om de betrekkingen van vriendschap te handhaven, die hem aan zijne doorluchtige bondgenooten verbinden, en er de onschendbaarheid van te verzekeren door de geschiktste middelen om het onderlinge vertrouwen te bevestigen, en dat van die middelen het onvermijdelijkste is om de onzijdigheid te betrachten door zich te onthouden van tot eenige vijandelijke daad tegen Portugal mede te werken, zonder zich af te geven met dat land of met Engeland, deszelfs bondgenoot; dat het dulden, dat eenige magt zich gewapend op het Spaansch grondgebied bleve eene handeling zoude zijn tegen gezegde grondbeginselen.
Zijne Maj. bevindt zich, zegt wijders de circulaire, in de smertelijke noodzakelijkheid om een werkzaam en gestreng toezigt voor te schrijven in de grens-provincien, waar gevaarlijke gedachten en mededeelingen zich zoude kunnen verspreiden, en opstand berokkenen; zoo moet in Estramadura en Andalusien de te keergaande werking sterker wezen, om dat zij geplaatst zijn onder den dubbelden invloed der machinatien, welke men zouden kunnen smeden, hetzij in Portugal hetzij in Gibraltar, in diezelfde plaats waar zich onlangs de benden opstandelingen vormden, die zoodra verslagen waren, als zij te Tarifa, te Almeira, te Guadamar geland waren.
Na dit voorafgegane heeft de soort van strekking tot eene zedelijke vijandschap, welke de veranderingen, in Portugal bewerkstelligd, hebben kunnen veroorzaken, aanhoudend en ernstig de aandacht van Z. M. bezig gehouden, om de gevolgen voor te komen, die het bezetten veelligt van eenige punten van Portugal door de Engelsehe arméë, niet genoegzaam zoude beletten kunnen. Z. M. heeft ook in de noodige onkosten voorzien, welke dergelijke beschikkingen vereischen. Zij wil dat men zich dit heilig grondbeginsel te binnen brenge, dat alles moet wijken voor de eer der Monarchie, en aan de pligt om het gevoel der Castiliaansche getrouwheid en trots te behouden; want in alle de bewijzen die wij nog onlangs gegeven hebbende van onzen wederstand aan de verschillende overweldigingen, en revolutionaire pogingen, moest men nog doen zien wat Spanje vermoge, indien, tegen alle hoop, zulk een uitterste noodzakelijk werd, wat het zoude kunnen met. Z. M., aan het hoofd van zijn leger, gerugsteund door een geduldig en volhardend, Godsdienstig en Monarchaal volk, dat al deszelfs grootheid in den militairen roem der laatste tijden verschuldigd is aan de ingevingen, van zijne kinderlijke liefde voor de doorluchtigen persoon van zijnen Souverien en zijne dinastie. En hoe het juist in deze deugden van het Spaansche volk is, Z. M. schept behagen het te verklaren, dat de schaal der legitimiteit thans een magtig steunsel vindt tegen revolutionaire invallen, enz.

(get.) Madrid den 8 Januarij 1827. Zamblano.

— De Portugeesche uitgewekenen, die onlangs den weg van Coimbre verlaten hadden en de Mandego overgetrokken waren, dus doende de grenzen van Spanje naderende, zijn den 9den te Coruches Dabura geslagen, en hebben aldaar een aanmerkelijk verlies geleden. Men meldt van de grenzen, dat een groot aantal derzelven reeds op het Spaansch grondgebied terug gedrongen was.

ZWITSERLAND.

GENEVE den 18 Januarij. De Heer Eynard heeft onlangs de gelukkige en gewigtige tijdingen bij hem uit Napoli van den 12—18 December ontvangen, publiek gemaakt;
„De Kolonel van Heideck, was den 5 December te Napoli binnengeloopen, tegelijk met een Amerikaansch fregat. De Turken zijn te land in Oost-Griekenland geslagen en genoodzaakt geworden het beleg van Athene op te breken. De Egyptische vloot, door welker midde hij gestevend was, heeft niets dan leeftogt, en geene troepen voor Ibrahim aan boord. De Grieken zijn opgeruimd en vol hoop; de plaats ter vereeniging voor de Nationale vergadering is nog niet bepaald. De Admiraal Miaulis, heeft het bevel over het fregat op zich genomen en bevindt zich reeds aan boord.
Karaiscaki heeft met 200 man, Mussian-Bey, Kiane van Romelie, ingehaald en 1300 barbaren aan de schimmen van Missolunghi ten offer gebragt. Eene rijke buit aan wapenen en bagage, is de ontkomene uit die plaats (welke het grootste gedeelte van het korps van Karaiscaki uitmaken en niets overgehouden hebben) ten deel gevallen: die Veldoverste heeft aanhoudend voorspoed. De expeditie van Coletti belooft eene gelukkige uitkomst. Zeven schepen met leeftogt, zijn te Napoli aangekomen.

GROOT-BRITTANNIE.

LONDEN den 19 Januarij. Men heeft geene tijding uit Lissabon. De Engelsche dagbladen zijn vol van de lijkstatie des Hertogs van York, die, den 20. ter middernacht, in de grafkelder te Windsor moest worden ter aarde betteld.
De geconsol.. gisteren na de beurs, op 78, staat thans 78 en 3 vierde; Columbiaansche bons 31; Cortes 12 en 1 half a 13; Grieksche 15 en 1 half; Russische 84; Portugeesche 72.

FRANKRYK.

PARYS den 21 Januarij. Gisteren ten elf uren des morgens, heeft men in de kapel des Tuileries eene dienst gevierd voor HH. MM. Lodewyk XVI. en Maria Antoinetta, dien de Koning, benevens de Ministers en Groot-Dignitarissen, heeft bijgewooud. De Aartsbisschop van Bourges heeft den dienst gedaan en de Aartsbisschop van Meaux heeft het Testament voorgelezen. De muzijkanten der kapel hebben het muzijk uitgevoerd van den Heer Lesucur.
HH. KK. HH. de Dauphin en Mevrouwe de Dauphine zijn ten tien ure naar St. Denis vertrokken, waar men insgelijks eenen lijkdienst voor wijlen den Koning en de Koningin gevierd heeft; de oud Bisschop van Tulle heeft den dienst gedaan; de Aartsbisschop van Evreux, Pair van Frankrijk, heeft het Testament gelezen. H. K. H. Mevrouw de Dauphine was in een gesluijerde tribune gezeten. De Hertog van Orleans en de Hertog van Chartres waren ter regterzijde geplaatst. H. K. H. de Hertog en Madem. van Orleans bevonden zich in eene tribune, nabij die der Dauphine. Het muzijk van den Heer Cherebuni, is door de muzijkanten van het Conservatorie uitgevoerd. H. K. H. de Dauphin en Dauphine zijn ten half twee ure in de Tuilerien teruggekeerd.
Heden ten twaalf ure hebben HH. KK. HH. de mis in de Kapel bijgewoond.
Ten één ure heeft Z. M. den raad der Ministers gepresideerd, waarbij de Dauphin is tegenwoordig geweest.

— Gisteren, is de Prins van Taleyrand, Groot-Kamerheer, bij het uitgaan van de kerk van St. Denis door den Heer de Manbreuil, aangevallen en door een vuistslag in het aangezigt, ter aarde geworpen. De Prins is naar zijn rijtuig gebragt, en tweemaal ader ge[la]ten; zijn toestand is niet het minste gevaarlijk. De Heer Maubreuil is dadelijk gevat en aan den Prokureur des Konings overgeleverd.
NB. Gemelde de Maubreuil is dezelfde, die wegens diefstal aan de diamanten der Koningin van Westphalen gepleegd, in hechtenis gezet en daarna ontsnapt zijnde, in 1817, bij default tot v[ijf] jaren gevangenis straf was veroordeeld geworden. Na een tijdverloop van meer dan vijf jaren, [is] hij, ingevolgen art. 636 van het Code op [de] criminele instructie, in Frankrijk terug gekeerd.
De Heer Arnaud Guerry de Maubreuil, Markies van Orvault, is door, een regter van instructie verhoord, en in à la Force geplaatst, als beschuldigd van m[et]
(Het vervolg op den kant van deze bladz.)
opzet, en voorbedacht opwachten, den 20 Januarij, den Heer Prins van Taleyrand geslagen en gewond te hebben, terzake der functien die hij (de Prins) in 1814, als lid van het provisioneel gouvernement en als Minister van Z. M. Lodewyk XVIII. heeft waargenomen. Het 231. en 232. artikel bepalen tegen dergelijke misdaad, gevangenis en te pronkstelling.

— Het ontwerp van wet op de drukpers, blijft steeds de algemeene aandacht spannen, en, zoo het schijnt, de algemeene vrees in werking houden.
De drukkers en zetters der onderscheidene drukkerijen van Straatsburg, hebben mede een verzoekschrift, ten getale van honderd en tien teekenaren, tegen hetzelve aan de Tweede Kamer ingezonden.
De Heeren Bossange Vader, Brusset Thivars, Bailliere en Leroi, Boekverkoopers, afwezig zijnde, verklaren zich in alle deele met hunne beroepsgenooten te voegen.
De Akademie van Toulon heeft eene commissie benoemd om een ontwerp van smeekschrift ter deze zake aan Z. M. te vervaardigen, en zoude den 23. opzettelijk vergaderen, om er over te raadplegen.
De Fransche Akademie van Parys, heeft gisteren, ten getale van 21 leden vergaderd, eenparig voor het ontwerp van smeekschrift aan Z. M. gestemd, en dus hetzelve gemaakt.
De Heer Markies des Solles heeft in de Kamer der Pairs ten burele gelegd eene petitie van den Heer Ternaux, waarbij hij de troostrijke verwachting te kennen geeft, dat de Kamer der Pairs het ontwerp van wet over de drukpers verwerpen moge.
„Hij komt, zegt hij ten slotte, Edele Pairs, u, voor de rust en het geluk van Frankrijk smeken de noodige maatregelen te nemen om eene factie te beteugelen, die, na onze instellingen ondermijnd te hebben, ze met stoutmoedigheid beginnen te trotseren, en met woede aan te vallen.
„De verontwaardiging die hij gevoeld heeft bij lezing van een ontwerp van wet, welke eene der kostbaarste vrijheden, die van de uitdrukking der gedachten, vernietigt onder voorwendsel om er het gebruik van de regelen, zal zich van uw spreekgestoelte doen hooren en aan Z. M. uwe smert doen kennen over de verachting, welke de Ministers voor de wetten hebben, die ons besturen, eene verachting welke u een burger komt aan te wijzen, even eens verknocht aan de Godsdienst en aan den Koning, zoo getrouw als moedig, en gelijk ik, overtuigd dat, indien het eene pligt is, om aan de wetten in het belang van allen te gehoorzamen, het eene andere pligt ja zelfs een regt is, om er de uitvoering van in te roepen.
Ja, edele Pairs, het behoort aan uwe doorluchtige Kamer, de eerste tolk der publieke opinie, om aan Z. M. kenbaar te maken, dat die opinie te meer verbitterd is tegen zijne Ministers, om dat zij aanhoudend de algemeene belangens opofferende aan eene heerschzuchtige partij, zij de Majesteit van den troon in de waagschaal stellen, welke het Koninglijk woord, en de eed van Karel X. bij zijne komst ter troon, nog dierbaarder aan alle Franschen gemaakt heeft.”

Den 22 Januarij. Beurs-prijs 5 pCts. 99 fr. 50 c.; 3 per Cents 66 fr. 90 c.; Bank-Actien 1995 fr.

(Het vervolg op de volgende bladz.)