Pagina:Longinus - Over de verhevenheid.pdf/11

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

zich hun onderwijs ten nutte gemaakt. Den meesten tijd nogtans heeft hij besteed aan het bijwonen der lessen van Ammonius Saccas en Origenes[1], beide navolgers van Plato, die hij te Alexandrië gehoord heeft. Deze hadden zich onder de wijsgeeren van dien tijd den groosten roem verworven en werden ook door Longinus op zeer hoogen prijs gesteld. Hij schijnt echter van hunnen leertrant, door welken, naar den smaak dier tijden, de echte wijsbegeerte van Plato niet weinig verbasterd werd, in zoo verre te zijn afgeweken, dat hij, in stede van de toen in zwang gaande, geheimzinnige en allegorische uitlegkunde, die, welke op het gezond verstand en eene naauwkeurige taalkennis gegrond is, te bate nam en, met versmading van onzuivere en troebele beken, uit de zuivere en onvervalschte bronnen schepte, Van daar waarschijnlijk, dat zijne wijsgeerige schriften, welke hij in geen gering aantal, en onder deze verscheidene uitleggingen van enkele stukken van Plato, heeft opgesteld, bij de wijsgeeren van zijnen tijd in geringe achtinge waren.

Na door de lezing en beoefening van Plato en andere uitmuntende wijsgeeren zijnen

  1. Dezen Origenes moet men geenszins verwarren met den Christen-wijsgeer van dien naam. Zie Diss. Philol. &c. p. 7.