Naar inhoud springen

Pagina:Marcellus Emants - Een nagelaten bekentenis (1894).djvu/104

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

spits; maar dat ik 't nooit van nabij zal zien, nooit zal grijpen, nooit zal genieten. Bij haar echter lag veel aan de zonderlinge voorstelling, die zij zich van een huwelijksreis gevormd had. Uit mijn verhalen had zij afgeleid, dat op-reis-zijn zeggen wilde: opgenomen worden in een wijd vertakte kring van prethevende en pretmakende mensen. Zo'n kring was niet—althans voor mij niet—te vinden. Misschien had ik Anna ten naastenbij in Nice en andere dergelijke plekken kunnen verschaffen, wat ze wenste, indien ik maar wat minder mensenschuw en onhandig ware geweest. In zoverre als ik mijn verhalen had opgesmukt en verdicht, was alles dus zeker mijn schuld; maar zou een echt verliefde, fijn en warm gevoelende vrouw zich, trots die verhalen, niet een ander, een intiemer denkbeeld van een huwelijksreis hebben gevormd?

Ik hoor de tegenwerping: zo'n vrouw had geen Willem Termeer genomen.—

Geklaagd heeft Anna niet. Jaren lang heb ik in 't geheel niet geweten, in de laatste tijd pas gegist, hoe ze van het kind, dat niets te zeggen had, het meisje met het ledige altaar in het hart, waarop ze bereid was de eerste, de beste man als afgod te plaatsen, geworden is tot de vrouw, die 't versmaadt zich uit te spreken en die alleen aanbiddend opziet tegen haar eigen voortreffelijkheid.

Het duidelijkst toonde zij haar teleurstelling door het verzoek de voorgenomen reis te bekorten. Ik waagde 't niet naar een waarom te vragen, maar stemde er in toe, zo gauw zij 't begeerde, terug te gaan. Het gevolg was, dat we dadelijk het bezoek aan musea en kerken staakten en voor een paar dagen belet vroegen bij Anna's ouders. In het ouderlijk huis teruggekeerd toonde Anna een buitengewoon plezier in het weerzien van haar meisjeskamer, haar piano, haar vogeltjes en al de dingen, waarmee zij zich vroeger bezig had gehouden. Ze lachte, ze klapte in de handen en gaf alles lieve naampjes; ik had haar nog nooit en ik heb haar nimmer weer zó zenuwachtig opgewonden gezien.

Natuurlijk verwonderde ik me over deze blijken van een

100