Pagina:Mark Twain, De Lotgevallen van Tom Sawyer (1920).pdf/28

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

hare verbazing bekomen kon en haar neef hulp verleenen, waren reeds een stuk of wat kluiten op haar eigen hoofd neergekomen en was Tom over de schutting verdwenen. Hij had wel door de poort kunnen gaan, maar het ontbrak hem aan tijd om zulk een omweg te maken. Nu kon hij met een gerust hart gaan spelen, want de rekening met Sid, over het klikken van het zwarte garen, was vereffend.

Tom hield den achterkant van de huizen, totdat hij in een modderig steegje achter tantes koestal kwam. Toen achtte hij zich tegen gevangenneming en straf beveiligd en begaf zich naar het marktplein, waar twee militaire compagniën van schooljongens, volgens afspraak, bijeen waren gekomen om slag te leveren. Tom was de generaal van het eene leger en Joe Hasper (zijn boezemvriend) de aanvoerder van het andere. De twee groote bevelhebbers verwaardigden zich niet persoonlijk aan dit gevecht deel te nemen, maar lieten dat aan de kleine bakvischjes over. Zij zetten zich naast elkander op eene hoogte neder, en leidden de krijgsverrichtingen door bevelen te geven, welke door veldmaarschalken werden overgebracht. Het leger van Tom behaalde na een langen en bangen strijd eene schitterende overwinning. Daarna werd het aantal dooden geteld, de gevangenen uitgeleverd, de bepalingen voor het volgende geschil gemaakt en den dag voor den volgenden veldslag bepaald, waarna de beide legers zich met elkander vereenigden en afmarcheerden, terwijl Tom alleen naar huis ging.

Toen hij het huis van Jef Thatcher voorbij stapte, zag hij daar een hem onbekend meisje in den tuin, - een lief, klein ding met blauwe oogen, blond, in twee lange vlechten gescheiden haar, een wit zomerjurkje en een geborduurde pantalon. In een oogenblik verdween eene zekere Anny Laurence uit zijn hart en was alsof die nooit