Pagina:Marx, De burgeroorlog in Frankrijk (vertaling 1936).pdf/54

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

konkurrerende frakties en avonturiers der heersende klassen, anderzijds wijzigde zich haar politiek karakter gelijktijdig met de ekonomische veranderingen der maatschappij. Naarmate de vooruitgang der moderne industrie de klassentegenstelling tussen kapitaal en arbeid ontwikkelde, vergrootte, verdiepte, in dezelfde mate kreeg de staatsmacht meer en meer het karakter van een openbare macht ter onderdrukking van de arbeidersklasse, een machine der klassenheerschappij. Na elke revolutie, die een stap vooruit in de klassenstrijd betekent, treedt het zuiver onderdrukkende karakter van de staatsmacht meer en meer openlijk te voorschijn. De revolutie van 1830 droeg de regering van de grondbezitters aan de kapitalisten over en daardoor van de meer verwijderde op de meer direkte tegenstanders der arbeiders. De bourgeois-republikeinen, die in naam der Februari-revolutie het roer van de staat in handen namen, gebruikten het voor het tot stand brengen van de Juni-slachting, om de arbeidersklasse te bewijzen, dat de „sociale” republiek verder niets betekende dan haar sociale onderdrukking door de republiek; en om de koningsgezinde massa der bourgeois en grondbezitters te bewijzen, dat zij de zorgen en de geldelijke voordelen der regering rustig aan de bourgeois-republikeinen konden overlaten. Na deze, hun enige heldendaad van Juni restte den bourgeois-republikeinen nog slechts, uit het voorste gelid terug te treden in het laatste gelid van de „partij der orde”, — een koalitie, gevormd uit alle konkurrerende frakties en fraktietjes der uitbuitende klassen in haar, thans openlijk verklaarde tegenstelling tot de voortbrengende klassen. De passende vorm voor haar gezamenlijke regering was de parlementaire republiek met Louis Bonaparte als president; een regering van het onverhulde klasse-terrorisme en de opzettelijke belediging van de „vile multitude” (de sjofele menigte). Wanneer, zoals Thiers zeide, de parlementaire republiek de staatsvorm was, die de frakties der heersende klasse het minst van elkaar scheidde, zo opende zij daarentegen een afgrond tussen deze klasse en geheel het, buiten haar dun gezaaide rijen levende maatschappelijk lichaam. De beperkingen, die onder vroegere regeringen de innerlijke verscheurdheid van die klasse nog aan de staatsmacht had opgelegd, waren door haar vereniging thans weggevallen. Ten overstaan van de dreigende opstand van het proletariaat maakte de verenigde bezittende klasse thans meedogenloos en brutaal gebruik van de staatsmacht als het nationale oorlogsinstrument van het kapitaal tegen de arbeid. Maar haar onafgebroken kruistocht tegen de producerende massa dwong haar niet alleen het uitvoerende bewind met een steeds toenemende onderdrukkingsmacht uit te