Pagina:Max Havelaar of de Koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy (vyfde druk).djvu/243

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
231

wyze waarop hy sprak, tracht te verheffen boven maat, hoore hoe eens na zoodanig onderhoud, de Regent zyn Patteh tot hem zond om voor de welwillendheid zyner woorden dank te zeggen, en hoe nog lang daarna die Patteh, sprekende met den kontroleur Verbrugge — nadat Havelaar had opgehouden adsistent-resident van Lebak te zyn, nadat er dus van hem niets meer te hopen of te vreezen was — hoe die Patteh by de herinnering aan zyn woorden getroffen uitriep: «nog nooit heeft eenig heer gesproken als hy!» (129)


Ja, hy wilde helpen, terechtbrengen, redden, niet verderven! Hy had medelyden met den Regent. Hy, die wist hoe geldgebrek kan drukken, vooral waar het leidt tot vernedering en smaad, zocht naar gronden van verschooning. De Regent was oud, en ’t Hoofd van een geslacht dat op grooten voet leefde in naburige provincien, waar veel koffi geoogst en dus veel emolument genoten werd. Was ’t niet grievend voor hem, in levenswys zoo ver te moeten achterstaan by zyn jongere verwanten? Bovendien meende de man, door dweepzucht beheerscht, by ’t klimmen zyner jaren het heil van zyn ziel voor bezoldigde bedevaarten naar Mekka en voor aalmoezen aan gebedzingende leegloopers te kunnen inkoopen. De ambtenaren die Havelaar in Lebak waren voorafgegaan, hadden niet altyd goede voorbeelden gegeven. En eindelyk maakte de uitgebreidheid der Lebaksche familie van den Regent, die geheel ten-zynen laste leefde, hem het terugkeeren tot den goeden weg moeielyk.


Zóó zocht Havelaar naar gronden om alle strengheid uittestellen, en nog-eens en nòg-eens te beproeven wat er kon bereikt worden met zachtheid.


En hy ging verder nog dan zachtheid. Met een edelmoedigheid die aan de fouten herinnerde waardoor hy zoo arm gemaakt was, schoot hy den Regent gedurig op eigen verantwoordelykheid geld voor, opdat niet behoefte al te sterk zou dringen tot vergryp, en hy vergat als gewoonlyk zich-