Pagina:Milton, Het paradijs verloren, vert. Ten Kate (1878).pdf/9

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


HET PARADIJS VERLOREN.



EERSTE BOEK.


Het eerste Boek begint met een korte schets van het geheele onderwerp : des Menschen ongehoorzaamheid en het daarop gevolgde verlies van het Paradijs, waarin hij geplaatst was. Dan wijst het op de oorzaak van zijn val, de slang, of liever den Satan onder de gedaante der slang, die, van God afvallig, met vele legioenen van engelen, door hem medegesleept, op Gods bevel, met geheel zijn rot, uit den Hemel in 't diepst der Hel werd geworpen. Na deze inleiding spoedt het Gedicht zich voort naar het tooneel-zelf der gebeurtenissen, voorstellende Satan met zijne engelen, nu gevallen en hier beschreven, niet in het middelpunt, want Hemel en Aarde mogen ondersteld worden nog niet geschapen te zijn, maar in een plaats der buitenste duisternis, Chaos geheeten. De Satan met zijne engelen, neêrgeworpen in den brandenden poel, door den donder getroffen en verbijsterd, komt na verloop van eenigen tijd tot bedaren, en roept diegenen tot zich, die in rang en waardigheid hem het meeste evenaarden. Zij spreken van hun rampzaligen val. Satan wekt al zijne legioenen, die tot hiertoe met hem dezelfde neêrlaag deelden. Zij verrijzen : hunne menigten, slagorden en oversten worden beschreven, overeenkomstig de afgodsbeelden, later in Kanaän en omliggende landen bekend. Dezen spreekt Satan aan, hen troostende met de hoop van den Hemel te herwinnen ; ten laatste verhaalt hij hun van een nieuwe waereld en een nieuwe soort van wezens, die eerlang geschapen zouden worden, naar luid van een oude voorspelling of een gerucht in den Hemel. Want dat de engelen lang voor deze zichtbare Schepping bestaan hebben, was het gevoelen
I