Pagina:Milton, Het paradijs verloren, vert. Ten Kate (1878).pdf/10

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

2

HET PARADIJS VERLOREN.

[Ie B. 1-31.

van vele oude Kerkvaders. Hij slaat voor, in een volle raadsvergadering, de waarheid dier profecie te onderzoeken, om daarna te besluiten wat te doen. Pandæmonium, Satans Paleis, rijst weldra uit de diepte. De Helsche Vorsten openen den Raad.

De eerste ongehoorzaamheid des Menschen, en de vrucht
Van dien verboden boom, wiens jammerlijk genucht
Den dood, al onze ellende, en d' ondergang van Eden
Op aarde bracht, tot straks, zeeghaftig opgetreden,
De Godmensch ons herstelde en 't Paradijs herwon:
Ziedaar uw zangstof, Muze, o Telg der Hemelzon !
Die op den Horeb tot dien herder nederdaalde,
Wiens hand, door u bestuurd, Gods volk den oorsprong maalde
Van Aarde en Hemel, uit den warrelklomp ontstaan !
Of trekt u, sterker nog, de Sionsheuvel aan,
De Siloam, wier beek op Gods orakelwoorden
Heur loop versnelde, o dan, uit die geheiligde oorden,
Beziel mijn stouten zang, die, in gewiekte vaart,
Den Pindus achterlaat en wondren openbaart,
In dicht of ondicht nooit door broze stervelingen
Verkondigd! Gij vooral, doorgloei me en leer mij zingen,
O Geest , die 't zuiver hart oneindig meer waardeert
Dan alle tempels en altaren ! Wat gij leert
Is waarheid ! Gij bestondt voor 's waerelds morgenkrieken,
En spreidde, een duif gelijk, de ontzachelijke wieken
Al broedende over 't diep, door U bevrucht. Uw kracht
Doordring' mijn zwakheid, en uw dageraad mijn nacht,
Dat ik, ten toppunt van mijn grootsch ontwerp gestegen,
Gods Alvoorzienigheid bevestige, en Zijn wegen
Rechtvaardig' voor den mensch !
Zeg eerst — want Gij doorziet
Den poel des Afgronds en des Hemels lichtgebied —
Wat dreef onze ouders, rijk met zegen overladen,
Tot zulk een afval aan, dat zij Gods wil vertraden,
Zij, onderkoningen van 's waerelds heerlijkheid,
En dat om een verbod ? Wie heeft hen 't eerst verleid ?
De Helsche Draak ! Hij heeft, door nijd en wraak bewogen,