schrijft hij te wolkerlg, en ik wil dat zijne brieven worden begrepen ook door de meisjes, die niet wonen in de wolken,... door de meerdei-heid.
Verklap mij dus nooit weer! Wanneer ge 't nog eens doet, zend ik u geen schilderijen meer, geen teekening, geen schets, geen streep,... ja, ik zou...
Neen! Dat zou ik Niet! ik zal u blijven steunen in uw moeijelijke taak, edele, moedige, verhevene vrouw,... trouwe, dappere echtgenoot, .. sterke moeder,... heldin!
Ik zal blijven bij u, naast u, in u! Ik zal u begeleiden tot de laatste ure, en die ure zal ik u zoet maken, door 't vóórhouden eener schilderij van uw rein leven, dat het u zij als een spiegel van gelukkiger toekomst,... want, ik zegge u hier, wat ik nooit zeide tot hem, U zeg ik dat gij onsterfelijk zijt!
En kan ik vóór dien tijd niet al de tranen droogen, die ge weent in 't geheim, uit edele gierigheid op smart, — mens c hen die zóó liefhebben, m o eten lij den, deed ik hem zeggen, — O, toch zal ik beletten, dat uwe kinderen het zilt proeven in spijze met die ranen gedrenkt! Tbch zal ik hen blinden voor de weifeling die moeders hand onzeker maakt, wanneer ze hun brood reikt, graag als ze is om heden te geven, maar zoo begeerig ook, om te bewaren tot morgen!
Tbch zal ik neerzweven op de sponde, waar ge slaapt, en u droomen geven van zachtheid en kalmte, dat ge wat sterkte zamelt voor den dag die komen zal, na de vermoeienis van den dag dien ge doorleedt.
Tbch zal ik kracht gieten in uw afgemat ligchaam, dat het de ziel niet alléén late, vóór den tijd. Ik zal de spieren van uwen mond zamentrekken tot den glimlach, dien hij noodig heeft om niet te bezwijken, hij die wil dat gij de pijn niet voelt die ge zegt niet te gevoelen. l
Houd moed, mijn kind! Zie mij aan, wees wel te moede, zooals uwe kinderen dat zijn, wanneer ze staren