Pagina:Multatuli - Minnebrieven.djvu/77

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

op u. Ben ik u minder, dan gij huitf Weten ze 't niet dat gij waakt? En weet Gij niet dat Ik waak,... Ik, Fancy ? ...

Voelt ge op uw voorhoofd de kus, die ik u zegenend zend? Wees met de kleinen gegroet...

Van Fancy.

O Max, help mij, ik zit in nood, — zonder water, alweer, — ik heb uwe hulp noodig! Zijt gij meester in de regten, of procureur of deurwaarder,... in't kort, iemand die verstand heeft van de wet? Want er komt veel wet in de historie die mij nu overkomen is. Ik wil volstrekt weten of men eene piano mag meenemen in... 't verbeterhuis? Daarheen namelijk leidt mijne eerstvolgende verhuizing...

Ik ben nog niet bekomen van den schrik. Raad mij, help mij, schaak mij,... als 't wezen moet. Ge zijt mij dat alles schuldig, Max, want ik lijd om uwentwil. Als gy te Lebak hadt meegeknoeid, zou tk nu geene behoefte hebben aan verbetering. Antwoord terstond of ik mijne piano mag meenemen, hoewel die niet zal verbeteren in zoo'n gesticht,... ach, ik ook niet misschien,... om 't even! Ik speel de Saïdjah van Eichard Hol „heel lief" en zou 't niet jammer wezen als ik nu in't tuchthuis, ... 't hoofd loopt me om. Ik word geroepen, ... neen, 't is de togt... Daar komen ze,... ik hoor ze op den trap,... zware schreden,... hu !... agenten van po- licie zeker, om mij te verbeteren,... neen, 't was mijn katje,... geschoeid door mijn geweten. Nooit zal ik 't weer knijpen, nooit,... dat zweer ik! Ik weet nu wat het is, geknepen te worden! Zoodra 't nieuwmaan wordt, zult ge, ... nu word ik indedaad geroepen. Ik heb haast, ik heb angst... och, kon ik vliegen!...