Pagina:Nansen's Poolreis.djvu/12

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

10

den naam van diatomeeën[1], en daarom zond hij die aan professor Cleve, den grooten deskundige op dit gebied. Cleve nu ontdekte een treffende overeenkomst tusschen de diatomeeën in mijn monsters en die van een ander monster, dat tijdens de Zweedsche expeditie met de Vega was meegenomen van een ijsveld bij kaap Wankarema in de nabijheid van de Behringstraat. Deze beide groepen van diatomeeën, vergaard op twee plaatsen welke op zoo grooten afstand van elkaar liggen, waren bij onderzoek verschillend van alle andere monsters, welke tot dusverre uit verschillende deelen der wereld waren meegebracht. En toch waren ze onderling zoo volkomen gelijk, dat Cleve niet aarzelde te verklaren, dat er een vrije gemeenschap moest bestaan tusschen de zee ten Noorden van de Behringstraat en die van Groenland. Toen ik dit gedurende onzen tocht meer van nabij naging, vond ik dat er een wereld van diatomeeën en andere microscopische organismen, zooveel plantaardige als dierlijke, leefde in de open watervakken tusschen het drijvende poolijs, en voortdurend zich bewegende van Siberië naar de Oostkust van Groenland; een mikrokosmos, welke voor dezen alleen bekend was door de bovenbedoelde onderzoekingen, maar waarvan

  1. Kristalwieren, eencellige plantjes. —Vert.