Pagina:Nansen's Poolreis.djvu/27

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

25

Het ijs kruide zich op, en schuurde langs de kanten van het vaartuig met een onheilspellend geraas, maar alles te vergeefs. Men hoorde daarbij niets dat aan het kraken of breken van houtwerk herinnerde. Het geweld van het langs de scheepswanden schurend ijs was echter soms zoo ontzettend, dat we elkander niet konden verstaan als we in de kajuit zaten. Dat was vooral lastig voor de kaartspelers, die daardoor niet konden hooren wat zij elkaar afriepen.


Als in een bomvrije vesting.

In den beginne, toen de bemanning hieraan nog niet gewend was, kwamen allen aan dek om het belangwekkende schouwspel te zien; maar men geraakte er spoedig aan gewoon, en niemand ging meer naar boven, hoe hevig de persing ook was. We voelden ons even veilig als in een vesting, en de Fram was een gezellige warme kluis, waar men niemendal merkte van de strengheid van den poolwinter.


De koude.

Het weerglas daalde intusschen sterk en bleef gedurende den winter op gelijke laagte. Weken lang was het kwik bevroren. De laagste temperatuur was 63° onder nul.

In weerwil hiervan, en hoewel er zelfs bij zulk een koude dikwijls wind stond, gevoelden we ons zeer behaaglijk bij onze tochten in de open lucht, waarbij we goede wollen kleeding droegen