Naar inhoud springen

Pagina:Nansen's Poolreis.djvu/58

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

56

zorgd te hebben, begonnen wij aan onze hut, die wij bouwden van steenen, aard en mos. Hoe wij het dak zouden maken, scheen in 't eerst een zeer lastig vraagstuk; maar wij vonden gelukkig een stuk drijfhout dat aan land was gespoeld. Dat gebruikten wij als nok voor het huis en daarover heen legden wij walrushuiden, met zware steenen erop aan de hoeken. Daar bovenop legden wij een laag sneeuw. Het bouwen van een schoorsteen was niet gemakkelijk; want wij hadden er geen steenen voor. Het eenige wat wij konden doen, was een schoorsteen te maken van sneeuw en ijs; maar die moest in den loop van den winter twee of driemaal worden vernieuwd.


Een droom van marmeren zalen.

Voor koken, verlichting en stoken gebruikten wij walrus-spek en berenvet. Ons eenig voedsel was berenvleesch en vet. 'sAvonds braadden wij het in een grooten pan van aluminium en 's morgens kookten wij het. Wij maakten ons bed en onzen slaapzak van berenvel. Om het warmer te hebben, sliepen wij samen in één zak. Over het geheel hadden wij het vrij goed in onze lage hut, welke voor een groot gedeelte onder den beganen grond lag en daardoor vrij wel beschut was tegen de hevige stormen die er voortdurend overheen woeien. Met