Pagina:Nansen's Poolreis.djvu/59

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

57

behulp van onze lampen hielden wij de temperatuur daarbinnen om en bij het vriespunt; maar de muren waren natuurlijk veel kouder. Die waren overdekt met een dikke laag rijp en ijs, waardoor zij bij het lamplicht er zeer fraai en gemarmerd uitzagen, zoodat wij, in een dichterlijke stemming, ons konden verbeelden dat wij woonden in marmeren zalen.

De hut was ongeveer 10 voet lang, 6 voet breed en op sommige plaatsen zoo hoog dat wij er bijna rechtop konden staan. We hadden er een rustbank van ruwe steenen, die wij nooit eenigszins dragelijk konden maken en onze voornaamste bezigheid gedurende den winter was, ons lichaam in allerlei houdingen te buigen, om te ontdekken, in welke houding wij het minst last hadden van de steenen.


Hoe wij den tijd doorbrachten.

Wij hadden geen werk waarmee wij den tijd konden verdrijven. Wij deden weinig anders dan slapen, eten en nog eens slapen. Als iemand nog vasthoudt aan het oude geloof, dat men scheurbuik krijgt door gebrek aan lichaamsoefening, dan zijn wij een treffend bewijs van het tegendeel. Het schijnt vreemd, maar onze eetlust bleef al dien tijd uitmuntend en wij aten ons berenvleesch en vet altijd met graagte. Als het weder goed genoeg was, wandelden wij een uur per dag in