Pagina:Nederlandsch kruidkundig archief.djvu/35

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
22

*Dracocephalum parviflorum Nutt. Mestvaalt Moerdijk,
Panicum sanguinale L. Aspergebedden Dordtwijk,
Panicum capillare L. Dordtwijk,

De Heer F. D. J Risch te Rotterdam, geen lid onzer Vereeniging, zond een plant in, die hij voor het stamherbarium afstond, n.l.
*Astragalus Onobrychis L. bij Rotterdam gevonden,

Eindelijk kwam op dergelijke wijze het Herbarium in het bezit van
Arrhenatherum elatius M.K. var. bulbosum door den Heer J. van der Koogh bij Middelharnis gevonden. Van deze plant werd tot nog toe alleen melding gemaakt uit den omtrek van Wageningen.

Ten slotte zond de Heer Th. Weevers te Rotterdam een exemplaar van Vaccinium macrocarpon Ait. bij den Helder verzameld. Deze vondst is zeer merkwaardig, omdat daardoor het bewijs geleverd wordt, dat deze Vaccinium indertijd door Holkema, op Terschelling ontdekt, zijn weg vindt over Vlieland, Texel tot op dit oogenblik op de kust van Noord-Holland. Ik noem dit geval merkwaardig, omdat wij voor de meeste plan ten onkundig zijn van de wijze waarop zij zich in ons land verspreid hebben, terwijl wij hier de langzame voortgang in de verspreiding dezer veenbes jaarlijks kunnen constateeren.

Omtrent eenige der gemelde planten zullen de volgende bizonderheden hier niet misplaatst zijn. Belangrijk als nieuwe indigene of zeldzaam bij ons voorkomende planten zijn de navolgende soorten, waarbij ik de beschrijvingen voeg of enkele bizonderheden wensch aan te teekenen:
Delphinium orientale J. Gay.
Spaarzaam met kroeshaar bezet; trossen lang en dicht, middellob der bloembladen tweespletig veel langer dan de zijdelingsche eveneens tweespletige lobben; spoor korter dan