Pagina:Nederlandsch kruidkundig archief.djvu/61

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

bantsche planton in, waaronder ook een aantal deels nieuwe adventiefplanten van het bekende terrein te Middelburg. De heer L. Posthumus zette de studie van de flora van Dordrecht voort en de heeren A.J.M. Garjeanne en L. Rieter doorzochten met goed gevolg de orastreken van Venlo.

Yan den heer Goethart werd eindelijk behalve eenige in verschillende deelen des lands bijeengebrachte planten, nog eene verzameling uit de omstreken van Weerd ontvangen waaruit blijkt dat dit gebied rijk is aan minder algemeene moerasplanten.

Kleinere doch daarom dikwerf niet minder belangrijke inzendingen werden ontvangen van de heeren Th. H.A.J. Abeleven, F.W.v. Eeden, M. Greshoff, E. Heimans, H.W. Heinsius, H. Heukels, Jac. P. Thijsse en G. v. Vloten.

Eene afzonderlijke vermelding verdient in dit verslag de zending der planten die de heer H. Heukels ontving, tengevolge van zijne oproeping in verschillende bladen, welke inzending in het verslag van den Voorzitter wordt besproken Van belangstellenden in het streven onzer Vereeniging, niet-leden mochten wij, behalve de gecombineerde inzending van den heer Heukels nog ontvangen:

eene collectie planten uit de omstreken van Nijmegen bijeengebracht door den heer W. M. D octers van Leeuwen, eene uit den Achterhoek en van het Pothoofd door den heer J.R. Katz en eene van de buitenplaats Groenhoven bij Leiden door den heer F.J. Struykenkamp; bovendien nog kleinere inzendingen van de heeren W.C. v. Embden, A.J. Gouka Jr., J. v. d. Koogh, P.J.S. Cramer, H.W. Peteri, F.D.J. Risch, Dr. L.H. Siertsema, L.E. Steenhuizen, Th. Weevers en P. Westerhof.

Het Yereenigingsherbarium is derhalve in het afgeloopen jaar met talrijke planten verrijkt en daardoor weder een stapje