Pagina:Nieuwe Tijdinghen 1620-03-13 (1).djvu/4

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

4

sulcken Gepretendeerde Ordonnantien hebben connen Troubleren de ruste ghesteldt inde staedt, Jae oock afnemen de Liberteydt aende Bisschoppen onder wiens Jurisdictie de selue stede gelegen zijn, om te seynden inde selue steden sulcken Predicanten die sy souden jugeren bequaem om Godts woort te preken willende door sulcke middelen Wetten geuen in plaetse van die te ontfanghen ende de onderdanicheydt te bewijsen ghelijckse in alle manieren schuldich zijn. Ende om te remedieren aen sulcken misbruycken, ende versien het quadt datter naer soude moghen volghen, heyschten datmen soude bevelen aen alle Gouverneurs, Officieren, Meyers, ende Schepenen, jae oock aen die vande Ghepretendeerde Ghereformeerde Religie, die commandeerde voor den Coninck inde Steden vant begrijp, te ontfangen de Predicanten van wat ordre datse soude mogen wesen, die ghesonden souden worden vande Bisschoppen van die Jurisdictie, met verbodt te beletten de Paters der Jesuyten t’sy in haere Sermoonen oft andere Geestelijcke Oeffeningen, ende dat op de pene van verclaert te worden Troubleerders vande gemeyne ruste, ende teghens sulcke te procederen als Criminele van leze Majesteydt, ende te antwoorden in haere Naemen vande Inconvenienten die daer wt souden moghen rijsen, de stucken vast ghemaeckt