Naar inhoud springen

Pagina:Nieuwe Tijdinghen 1620-08-14.djvu/5

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

5

nen ouden Ungherschen edelman, naer Neuwensol ghesonden, van hunne verrichtinge salmen t’sijnder tijdt vernemen.
Over vier daghen heeftmen des heeren oversten cappiteyn Lehners met dry honderdt soldaten in stilte naer Raab ende Comorra ghesonden, ende zijn hier te water af ghevaren, ende voorby Presburgh comende hebben de Hungharen met gheschut naer hun gheschoten, ende onse soldaten hebben van gelijcken oock gheschoten, alsoo datter van beyder zijden eenighe zijn doot ghebleven.
Den .xx. julij op maendaghe soo is den ambassadeur van Vranckrijck alhier ghearriveert, ende is vanden heere van Losensteyn met .xxx. koetswaghens heerlijck inghehaelt, ende heeft heden by zijne keyserlijcke majesteyt audientie ghehadt.
Wy hebben tijdinghe van Braunau van .xxiiij. julij, als dat ghisteren aldaer zijn ghearriveert vier duysent soldaten te voet, ende vijfthien hondert peerden, het legher sal zijn vijfthien duysent mannen soo te voet als te peerde, ende ’t volck vanden eertshertoch Leopoldus wesende acht duysendt mannen sal door der Styermarck int keysers legher trecken.

Tijdinghe uut Lintz van 26 ditto.

Den hertoch van Beyeren heeft aen dese Stan-

B b b 3den