Naar inhoud springen

Pagina:Nieuwe Tijdinghen 1620-08-18 (2).djvu/4

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

4

serlijcke Majesteyt alle ghewelt ende Force te ghebruycken teghen haerlieden, den Courier voorschreuen was ghearriveert den xxi. vande voorschreuen Maent alhier den welcken Brieven brachte aen zijne Keyserlijcke Majesteyt vande voorschreuen Standen van Oostenrijck heel ootmoedigh, maer den inhoudt desselfs en was alhier noch niet Ghepubliceert, ter wijlen men houdt hier voorsekert dat den Legher vanden voorschrenen Hertoch van Beyeren was tot Passauw ende eenighe wouden segghen dat eene groote partije was ghecomen tot Velsen dry Mijlen van Lints.
Ter middeler tijt, den Ambassadeur vande Doorluchtighe Republijcke van Genoa was gearriveert tot Weenen alhier den xix. Julij, met xiij. oft veerthien Koetsen, den Ambassadeur van zijn Heylicheyt ende andere Ambassadeurs, als Spagnien, Vrancrijck, ende andere particuliere Heeren hem de voorschreuen sonden.
De Extraordinaris Ambassadeurs van Vranckrijck arriveerden aldaer den xx. Julij naer den noen ten vijf uren, met xxxvij. Koetsen met ses Peerden ghetrocken heel Magnifick, wtgenomen twee koetsen met vier peerden.
Sijn Keyserlijcke Majesteyt sont haer xxx. koetsen teghen. Den Legaet van zijne Heylicheyt ende

d’Am-