Naar inhoud springen

Pagina:Nieuwe Tijdinghen 1620-09-25 (3).djvu/5

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

5

maer voor soo veele belanght dat de selve Krijschsweruinghe alsoo soude ghesloten ende gheresolveert zijn inde vergaderinghe vande Keurvorsten ende Princen tot Mulhausen, daer van is V.H. qualijck geinformeert, want wy connen metter waerheyt betuyghen, dat inde selue vergaderinghe daer van niet en is ghesproken, nochte eenighe Consultatie des weghen ghehouden, vele min is aldaer yet ghetracteert ofte ghesloten, rakende het proces vanden Ban, daer van V.H. mentie maeckt, soo al t’selve naerdere is blijckende by de Acten ghehouden inde voorseyde Mulhausche vergaderinghe. Maer dit hebben wy by ons selven lichtelijck connen dencken, ende considereren, dat rakende de Beemsche procedure, ende Attentaet tot nu toe voorts ghestelt, het Huys Oostenrijck en soude stil sitten, dat oock de Roomsche Keyserlijcke ende Conincklijcke Majesteyt van Hongrijen ende Bohemien, hem niet en soude laten stooten ende priueren sonder eenigh vonnisse wt sijne (met goeden titel ende recht vercreghene) Coninckrijcken ende Landen, ende vele min t’selue ongevroken laten, datmen insghelijckx oock zijne aengestorvene, ende ghecedeerde Erff-landen, beyde de Eerts-Hertochdommen van Oostenrijck, ende het Landt van op, ende onder der Ense heeft inde opgherechte confederatie ghebrocht ofte begrepen, ende alsoo ge-

trocken