Naar inhoud springen

Pagina:Nieuwe Tijdinghen 1620-10-02 (2).djvu/4

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

4

quettiers, die wt ghetrocken sijn sonder Wapenen.
Ten eersten, nochtans met beloofte ende Eedt verplicht, dat sy inder eeuwicheyt niet en sullen dienst nemen teghen de Keyserlijcke Majesteydt, ofte den Catholijcken Coninck van Spagnien.
Men heeft hier in de stadt ghevonden 8000. Malders graen, d’welck is 16. duysent veertelen naer dese rekeninghe te gissen. Ende men vonter 1500. Malders meel, veel Gheldts ende andere Ammonitie van Oorloghe, met veel kostelijke Wijnen, want de Protestanten daer hun Magasijn ghemaect hadden, tot provisie van hunnen Legher.
In de Trencheen van Oppenheym de welcke den Legher der Vyanden hadde verlaten stonden noch meer als hondert Tenten ghespannen, de welcke den Marquis alles ghekreghen heeft.
Den vyandt heeft hem vertrocken naer Worms.
Den Marquis Spinola dede by Oppenheym wederom een Brugghe maecken op den Rhijn, ende is hier groote Apparentie, dat alle saecken hier wel korts sullen een gheluckich eynde hebben.
Den Prince d’Espinoy is ghevanghen door een ongheluck comende wt zijn Quartier naer de Place d’Armes, ende voor wt rijdende voor zijn Compagnie is ghevallen in de laghe der vyanden, de welcke in de Wijngaerden verborghen laghen, ende heeft van

de