Pagina:Nieuwe Tijdinghen 1620 Nieuwe Placcaten vande Keyserlijcke Majesteyt, Ferdinandus den tweeden.djvu/7

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

7

de selue Executie langer in surceantie te houden, teghens de voorschreuen Roomsche Rebellen, ende principalijcken tegens de Pfaltz-Grave Ceur-Vorst, de welcke hem op gheworpen heeft voor’t hooft van onse Rebellen, in dese zijne onbehoorlijcke onghehoorsaemheydt, ende quaden wille hoe in wat manieren, ende voorghekeerden schijn sulckx gheschieden mochte, Ten waere datse van haeren quaden voornemen afstandt deden, ende onse voorschreuen Onderdanen tot gheenen voorderen oproer en verweckten, het welcke wy verhopen naer behooren alsoo gheschieden sal, Anders souden wy onsen gerechten Ernst, ende wtersten wille laten voorts gaen, Ghegheuen in onse Stadt Weenen den 30. A. Anno 1620. Onses Rijckx, het Roomsche int eerste Jaer, Hungharijen het tweede, ende Bohemen t’derde Jaer.

Impr. P. C. C. A.