Pagina:Nieuwe Tijdinghen 1620 Nieuwe Placcaten vande Keyserlijcke Majesteyt, Ferdinandus den tweeden.djvu/8

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

8

De Priuilegie van onſe Ghenadige Princen.

ALBERTVS ende ISABELLA Clara Eugenia Eertſz-Hertoghen van Ooſten-rijck, Hertoghen van Borgondien, Brabandt, ende Souueraine Princen van Nederlandt, &c. Hebben door ſinguliere Priuilegie verleendt int’ Iaer ons Heeren ſeſthienhondert ende vijf, Onderteeckent I. de Buſſchere, ghegunt ende verleent aen Abraham Verhoeuen, geſworen Boeck drucker binnen Antwerpen, te mogen Drucken ende te ſnijden in houdt oft Copere Platen, ende te vercoopen, in allen de Landen van hare ghehoorſaemheydt, alle de Nieuvve Tydinghen, Victorien, Belegeringhen, ende innemen van Steden, die de ſelue Princen ſouden doen oft becomen, ſoo in Vrieſlandt oft ontrendt den Rhijn: Ende midts dien in deſe Nederlanden ter oorſake van den ghemeynen Treues ſulckx niet te paſſe en compt, Soo hebben hare voorſeyde Hoocheden aen den ſeluen Abraham Verhoeuen, wederom op een nieuwe toeghelaten te mogen Drucken, ſnijden, ende te veroopen alle de Victorien, Belegeringen, innemen van ſteden ende Caſteelen die voor de Keyſerlijcke Majeſteyt ſouden gheſchieden in Duytſlandt, in Bohemen, Moravien, Ooſten Rijck, Sileſien, Hungharijen, ende andere Provintien in het Keyſerrijck ghelegen, ghe-exploiteert van wegen den Graue van Bucquoy, ende Dampier, oft andere, midts-gaders oock alle de Nieuwe Tijdinghen van Hollandt, Brabandt, ende andere Provintien van Ouermaze comende, &c. Verbiedende aen allen Boeck druckers, Boeck-vercoopers, Cremers, ende andere de ſelve naer te Drucken oft Conterfeyten in eenigerhande manieren, Op de penen daer toe gheſteldt, breeder blijckende by de Brieven van Octroye, verleendt den xxviij. dach Ianuarij 1620. In hunne RadenGheteeekentA.I. Cools.
D’ander inden Secreten Rade gedaen den vj. Meert 1620.
OnderteeckentD. Gottignies.