Pagina:Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu/19

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
Ca-Co
17
 


Catalepsie: toestand van algehele verstijving, waarbij de ledematen een onveerkrachtige buigzaamheid behouden; een der stadiën bij hypnose.
Catoptromantie: voorspelling door het kijken in magische spiegels.
Chirognomie: zie: chiromantie.
Chiromantie: handleeskunde; waarzeggerij uit de lijnen der hand. Ook voorspelling van ’s mensen lot uit de vorm der vingers of der nagels.
Chirognomie is alleen het aangeven van het karakter uit de lijnen der hand.
Christian Science: (lett.: christelijke wetenschap). Door Mrs. Baker-Eddy bekend gemaakte geneesmethode (1866). Inhoud: „Alle lijden en ziekte is slechts een gevolg van verkeerd denken; er bestaat alleen geest; deze is, daar zij van goddelijke oorsprong is, gezond, heilig, onsterfelijk; al het stoffelijke is slechts een waandenkbeeld; ziekte dus ook. De patiënt moet dus beter leren denken; hierbij kunnen de genezers hem helpen en verder ook het lezen van haar boek: „Wetenschap der gezondheid”, en het gebed.”
Daarom noemt men de aanhangers dikwijls: gezondbidders. Sterke auto-suggestie kan bij deze genezing een grote rol spelen.
Clairaudience: zie helderhorendheid.
Clairvoyance: zie helderziendheid.
Conan Doyle: zie Doyle.
Concentratie: op een punt samentrekken, ook van gedachten.
Confucius: Chinees wijsgeer (551—479 v. Chr.). Hij predikte deugd en gerechtigheid; zijn leer was meer een staats- en zedeleer, dan een godsdienstleer en wordt nog door een groot deel der Chinezen beleden. (Ook: Kong-foe-Tseh geschreven.)
Conjunctie: (astr.): een aspect: de vereniging van 2 of meer planeten in eenzelfde huis; dit kan gunstig of ongunstig zijn.
Constellatie: onderlinge stand der sterren.
Contemplatie: beschouwing, bespiegeling.
Contrôle: (beheersing). Een intelligentie, die het toezicht