Pagina:Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu/27

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
Ev-Fa
25
 


Eva C.: pseudoniem voor Marthe Béraud, een medium, waarmee Richet en vooral Von Schrenck Notzing vele materialisaties kregen.
Exaltatie: geestvervoering, opgewondenheid, overspanning. Intellectuele exaltatie noemt men de prestatie van een medium, ver boven eigen weten en kunnen uitgaande. Spiritistisch wordt dit verklaard door inspiratie van de overzij; animistisch beschouwt men het als een doorbraak van het onbewuste in het dagbewustzijn van het medium.
Excursie: zie: uittreding.
Exorcisme: zie: duivelbannen en: bezweren.
Experimentum crucis: (lett.: de proef van het kruis); beslissende proef.
Extase: geestvervoering, zielsverrukking.
Exteriorisatie: naar buiten treding; een verschijnsel, waarbij het astraallichaam zich buiten het stoflichaam bevindt, wat tot dubbelgang e.d. verschijnselen leidt.
Exteriorisatie van het gevoel komt volgens De Rochas bij hypnose voor; de huid is dan b.v. niet meer gevoelig voor een prik, maar een prik op enige c.m. van het lichaam veroorzaakt wel een gevoel van pijn.
Extra: geestenfoto; bij het fotograferen verschijnt soms, behalve het beeld van de persoon, die poseert, nog het beeld van een overledene. Dit kan zijn het beeld van een gematerialiseerde geest, die voor ons oog nog onzichtbaar was; of misschien: een gedachtebeeld van een aanwezige of: een projectie van de gedachten van een overledene.

F

(Zie ook: ph.)

Fakir: een asceet en magiër, boetedoend Mohammedaans kluizenaar. De Indische fakirs zijn beroemd door hun ongewone verrichtingen; ze laten zich voor lange tijd levend begraven; ook hun magische kunsten zijn bekend: de bekende proef, waarbij hij een touw in de lucht werpt, waarin een jongen klimt, dien hij achterna snelt met een mes en waarop men weldra de stukken van den jongen naar beneden ziet vallen, die dan weer een gezonden helen