Pagina:Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu/36

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
34
Hy-Id
 


Opmerking verdient, dat volgens de onderzoekers een hypnotiseur nooit een sujet dingen kan laten doen, die in strijd zijn met zijn innerlijke moraal.
Hypnotaxie: (slaapzucht) Tweede graad der hypnose.
Hypnotica: dranken, die hypnotische werkingen te voorschijn roepen; ook glanzende voorwerpen, die, als men er op staart, hetzelfde veroorzaken.
Hypnotisme: de leer der hypnose.
Hypoglycaemie: tekort aan bloedsuiker in het bloed; dit kan verschijnselen veroorzaken, die aan bezetenheid doen denken, doch bij gebruik van wat suiker meestal snel verdwijnen.
Hyslop, Prof. Dr. J. H.: Hoogleraar in de logica en ethica aan de universiteit te New York (Columbia). Experimenteerde veel met Mrs. Piper.
Hysterie: (hystericus (m.); hysterica (vr.)). Vorm van zenuwziekte. De hysterie wordt ten onrechte meestal uitsluitend als ziekte beschouwd; bij een hystericus, (hysterica), heeft het onbewuste grote neiging om onafhankelijk van het dagbewustzijn op te treden. Aan de ene kant behoren er toe de nerveus overgevoelige personen; ze zijn geest- en wilszwak met veel ingebeeld lijden en waanideeën; doch aan de andere kant ook de meest geestrijke, karaktervolle, critisch aangelegde personen.
Als dus de geleerden vele media tot de hysterici rekenen, dan wil dat niet zeggen, dat men ze moet indelen, bij de zielszieken, maar bij die groep van personen, waarbij het onbewuste een belangrijke rol speelt.
Hysterie (als neurologische term), mag dus niet verward worden met wat het publiek er onder verstaat: overprikkelde sexualiteit.

I

Identiteitsbewijzen: Als in trance of door automatisch schrift een geest zich heet te manifesteren, vraagt men om bewijzen, waaruit zijn identiteit blijkt. Door allerlei, soms kleinigheden, die alleen ingewijden weten, en vaak de