Pagina:Oprechte Haerlemsche Courant vol 1737 no 006.djvu/1

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
Oprechte Haerlemſe
No. 6.


Donderdaegſe Courant.

TURCKYEN.

COnſtantinopolen den 16 January. Men continueert te verſekeren, dat de Troupen van Thamas Kouli Kan, nieuwe Sophi van Perſien, door die van de Party welcke hem niet voor Coning wil erkennen, 2 dagreyſens van Ispahan geſlagen zijn, en dat de Battaille ſeer bloedig is geweeſt. Schoon men hier ſegt geen tyding daer van te hebben, ſoo is het doch ſeker, dat ſig in Perſien een conſiderable Party in faveur van den ouden Sophi heeft opgedaen, die onder andere door de Usbeckſe Tartaren onderſteund werd. De Ambaſſadeur die van wegens den Grooten Heer na Perſien moeſt gaen, om Thamas Kouli-Kan als Sophi te erkennen, heeft ordre, van ſijn reys te ſtaken, en de Troupen die men van de Frontieren van Perſien wilde wegnemen, moeten daer blijven. Het ſchijnt, dat men den uytſlag van ſaken aldaer alvorens wil afwachten. De Ambaſſadeur van Perſien, die voor eenige dagen vertrocken is, heeft de jongſte en fraeyſte Slavinnen met ſig medegenomen; en men verneemt, dat de andere Perſiaenſe Slaven, ſoo Mans- als Vrousperſonen, die ſig op een Schip na Trebiſonde ingeſcheept hadden, alle verdronken zijn, alſoo het Schip op de Kuſt van Africa vergaen is. Men gelooft, dat de Baron van Dahlman, Ambaſſadeur van den Rooms-Keyſer, morgen na den Primo Vizier in ’t Leger ſal vertrecken, om de laetſte poging te doen tot het uytwercken van de Vrede tuſſchen Ruſland en de Porte, waer in men weynig apparentie ſiet dat hy ſal kunnen reuſſeren, om dat het Volk met geweld den Oorlog begeert, weshalve de algemeene gedagte is, dat men de Campagne ſal openen, maer dat men midlerwijl door tuſſchenkomſte van Vrankrijk over de Vrede ſal handelen. De Krijgs-Preparatien werden te water en te land ſterk voortgeſet: Men ruſt 2 Vlooten uyt, die op de Swarte Zee en in de Archipel of Middelandſe Zee ſullen dienen.

GROOT-BRITTANNIEN.

Londen den eerſten February. Dingsdag gingen de Lord Major en de 25 Aldermans deſer Stad na St. James, om den Coning over deſſelfs aenkomſt in Engeland te feliciteren; en ſ, wierden door den Hertog van Grafton Groot-Camerling van den Coning, tot ſijn Majeſteyt geintroduceert, als wanneer de Baron Thomſon in haer naem den volgende Aenſpraek tot ſijn Majeſteyt deed.

Allergenadigſte Souvereyn.

DE Lord Major en ’t Hof der Aldermans van de Stad Londen verſoeken op het onderdanigſt aen uw Majeſteyt verlof, om uw Majeſteyt over deſſelfs geluckige te rugkomſt in Groot-Brittannien te congratuleren. Uw tegenwoordigheyd, Sire, doed onſe bekommerniſſe en vreeſe voor uw welzijn, door uw afweſen veroorſaeckt, t’eenemael verdwijnen. Uw Volk is met nieuwe vreugde aengedaen, vermits het ſig weer onder uw Majts. dadelijke invloed en beſcherming bevind; en niets konde de beroving van die zegen verligten, dan de ſagte en voorſigtige Regeering van uw Majeſteyts Conincklijcke Gemalinne. De ſeer getrouwe en toegenegene Onderdanen, overtuygt zijnde van haer geluck onder uw Majeſteyts Regeering door het volle genot van al haer Rechten, Vryheden, en Privilegien, en ſig t’eenemael vertrouwende op uw Majts. waekſaemheyd en ſorge voor haer toekomende welvaren en voorſpoed, bidden verlof, om hunne dankbare erkentenis te mogen betuygen, en uw Majeſteyt te verſekeren van hunne allertoegenegenſte yver tot onderſteuning van uw Coninkl. Perſoon en Regeering, in wat gelegentheden het ook ſoude mogen zijn.

Waer op het ſijn Majeſteyt behaegde te antwoorden.

Mylords en Heeren.

IK bedank uw voor deſe nieuwe blijk van uw ſchuldpligtigheyd en genegendheyd voor mijn Perſoon en Regeering. Gyl. kunt ſtaet maken, dat ik continuëren ſal myn ſorg aen te wenden voor de conſervatie van de Vrede en de algemeene Kuſt, en voor de voortſetting van den Coophandel en Welvaerd van deſe groote en floriſante Stad.

Vervolgens hadden de Lord Major en de Aldermans de eer, van de hand des Conings te kuſſen, die de Aldermans George Champion en John Lequesne, benevens de Heeren William Rous en Benjamin Rawlings. beyde Sherifs van Londen en Middelſex, tot Ridders creëerde. Eyndelijck wierden deſe Heeren door den Graef van Grantham, Lord Camerling van de Coningin by haer Majeſteyt geintroduceert; en de Baron Thomſon deed de volgende Aenſpraek.

Met believen van uw Majeſteyt.

DE Lord Major en de Aldermans der Stad Londen verſoeken onderdanig verlof, om uw Majeſteyt over des Conings geluckige aenkomſt te congratuleren. Het is met dankbare herten, dat deſe uw Majeſteyts getrouwſte Onderdanen aen uw Majeſteyt hunne ootmoedigſte dankſegging komen afleggen wegens uw wijſe en voorſigtige Regeering gedurende het afweſen van ſijn Majeſteyt. Het is, Mevrouwe, aen uwe wijsheyd en voorſigtigheyd, dat wy verſchuldigt zijn de bevrediging van alle Misnoegens, en de weeringe van alle openbare wanordres; en hoedanige verdeeldheden ook mogen ontſtaen, ſal doch het Volck altijd verpligt zijn, te erkennen uw Majeſteyts goedheyd, uw Godsvrugt, en al de Deugden, die uw Coninckl. Perſoon tot een waerdig voorbeeld en de nayver van deſe eeuw maken, en die altijd een geluckige invloed op de Gemoederen en ten voordeele van de Nakomelingſchap ſullen verwecken.

Waer op de Coninginne een gunſtig antwoord gaf, en ſy alle de eer hadden van haer Majeſteyts hand te kuſſen. Dingsdag quam den Heer Horatio Walpole uyt Holland in deſe Stad aen, en begaf ſig aenſtonts na St. James, om haer Majeſteyten op te wachten, die hem ſeer gunſtelijck ontfingen. Woensdag ontfing de Admiraliteyt een Packet brieven van den Ridder John Norris uyt Liſſabon, met het Oorlogſchip de Grampus, ’t welck ten dien eynde was gedepecheert geworden; en maendag tot Plymouth aengekomen. Men verſtaet, dat eenige Schepen van het Esquadre van den Admirael Norris binnen 14 dagen van de Taeg in Engeland verwagt werden. Denſelve dag hield de Africaenſe Compagnie een generale Vergadering, wanneer de Coning tot Gouverneur, de Ridder Barronet Biby Lake tot Onder-Gouverneur, en den Hr. Charles Hayes tot Subſtituut-Gouverneur geëligeert wierden; en giſteren wierden 24 Heeren tot Aſſiſtenten van de voorn. Compagnie voor het volgende jaer verkoren. Dien dag arriveerde de Baron van Solenthal, Extraordinaris Envoyé van den Coning van Denemarcken. ’s Avonds is na een langduurige ſieckte overleden de Ridder Thomas Reeves, Lord Hoofdrechter van het Hof de Common-Pleas, hebbende ſijn voornaemſte Goederen gemaeckt aen den Lord Sidney, Broeder van den Hertog van St. Albans, en Parlementsheer voor Windſor. In den Grooten Raed die denſelve dag gehouden wierd, benoemde ſijn Majeſteyt de Sherifs tot yder Graefſchap voor dit jaer, en ordonneerde, dat het Parlement verder tot dingsdag den 12 deſer ſal geprorogeert werden. Giſteren wierd de verjaring des geboortedags van den Prins van Wales; die in ſijn 31ſte jaer trad, gevierd: ’s Morgens luydde men de Klocken; ’s middags was ’er een talrijcke toevloet van Adel, uytheemſe Miniſters en andere Perſonen van Diſtinctie, om haer Majeſteyten en Coninckl. Hoogheden te complimenteren; ’s avonds was ’er Asſemblée en een Bal aen ’t Hof; en men ſag Vreugdevuuren, Illuminatien &c. op verſcheyde plaetſen van de Stad. Dien dag quamen ſijn Majeſteyts Jachten tot Greenwich aen, en ſijn Majeſteyts bedienden, die aen boord gelaten waren, wanneer ſijn Majeſteyt te Leoſtof aen land ſtapte, arriveerden met de bagage tot St. James. AI de Oorlogſchepen, behorende tot het Esquadre ’t geen den Coning uyt Holland ſoude convoyeren, zijn gearriveert, behalven de Torrington. Heden waren beyde de Huyſen van ’t Parlement volgens haer laetſte prorogatie te Weſtmunſter vergadert, maer wierden by een Commiſſie, door ſijn Majeſteyt getekend, en aen den Lord Cancelier en andere geadreſſeert, verder tot den 12 deſer geprorogeert, wanneer het Parlement ſal ſitten, om ſaken te verrigten. Een groot getal vau Clercken is beſig in de Exchepuer, in de Theſaury, en in andere publijcke Comptoiren, om de diverſe Eſtimatien en rekeningen die voor het Parlement opengelegt moeten werden, te prepareren. Men ſegt, dat by de aenſtaende Seſſien een Acte van Inſolventie ſal pasſeren, in faveur van de Gevangens, die over Schuld in de verſcheyde Gevangenhuyſen binnen dit Coninckrijck ſitten. Men verſekert, dat de Coopluyden, die by de Weſt-Indiſe Handel geintereſſeert zijn, kragtige inſtantien by den Coning ſullen doen, ten opſigte van het dispuut tuſſchen de Engelſe en Franſen over het nemen van de Schepen van Antegoa en Martinico; en men twijffelt niet, of die ſaeck ſal wel haeſt op een goede voet gebragt werden. Den Heer Edward Trelawaey ſal in deſe maend na Jamaica ſcheep gaen, om beſit van ſijn Gouvernement te nemen: Den Heer Jones, die Secretaris van den Graef van Eſſex aen het Hof van Turin was, is tot ſijn Secretaris benoemd. Men ſpreeckt, dat de Graef van Granard in ’t kort na Spanje ſal geſonden werden als Extraordinaris Envoye by ſijn Cath. Majeſteyt. De Coning heeft ordre gegeven, van 50 P. St. onder de arme Matroſen van de Haven van Leoſtoff, die hem by ſijn aenlanding behulpſaem zijn geweeſt, uyt te deelen. Men begroot het Geld, ’t welck door het Landvolk uyt het laetſt geſtrande Schip de Pieter gerooft hebben, op 18593 Stucken van Achten. Dingsdag zijn 27150 ℔ Buspoeder na de Weſt-Indien ingeſcheept. De Actien van de Banck zijn 149 en een half, O. C. 177 en een half, Z. Z. C 101 en een half, en de Annuites 112 en een half.

VRANCKRYCK.

Parijs den 1 February. Men arbeyd in deſe Stad aen een magnifijcke Equipage voor den Prins de Carignan, die toekomende weeck vertrecken ſal, om in de naem van den Coning van Sardinien de oudſte Princeſſe van Lottharingeu te gaen trouwen. De Princeſſe van Armagnac ſal toekomende weeck na Luneville reyſen, om Dame d’honneur by de Coningin van Sardinien te zijn, die eerſt in ’t begin van Maert de reys na Turin ſal aennemen. De Groot-Marſchal van den Coning Staniſlaus van Polen, en den Heer de la Galaiziere, ſijn Cancelier en Zegelbewaerder, vertrockcn den 26 paſſato na Lottharingen, om byder hand te zijn tot het beſit nemen van dat Hertogdom, en om de Volckeren te prepareren tot het ontfangen