Naar inhoud springen

Pagina:Ornithologia Neerlandica 1.djvu/315

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
173
 
Orde ANSERIFORMES.
Familie ANATIDAE.
 

N°. 52.

Anas discors Linnaeus.

DE BLAUWVLEUGELTALING.

Plaat 61: oud ♂ en oud ♀.

 

Anas discors Linnaeus, Syst. Nat. ed. XII, 1766, p. 205. Snouckaert van Schauburg, Avif. neerl. 1908, p. 126, pl. XII. Id. Jaarb. no. 5, Club nederl. vogelk. 1915, p. 103.

Querquedula discors, Snouckaert van Schauburg, Tijdschr. Ned. Dierk. Ver. 2de ser. VI, 1900, p. 280. Van Oort, Notes Leyden Mus. XXX, 1908–'09, p. 148.


Nederlandsche volksnamen: Amerikaansche blauwvleugeltaling.

Engelsch: Blue-winged teal.

Duitsch: Blauflügelente.

Fransch: Sarcelle soucrourou.

 

Beschrijving. Oud ♂. Voorhoofd, bovenkop, vederen rond den snavel, kin en keel zwartbruin; aan weerszijden van den kop een witte streep voor de oogen van boven het oog tot aan de keel; kopzijden en hals donker bruingrijs met zwakken violetten glans; rug- en korte schoudervederen bruinzwart met geelbruine V-vormige banden; stuitvederen bruinzwart met zwakken olijfkleurigen glans en onduidelijke vale randen; borst en zijden van het lichaam vaal geelachtig bruinrood met zwarte vlekken; buik vaal geelachtig bruinrood met grauwgrijze dwarsbanden; lange schoudervederen zwart met een licht bruingele schachtstreep; kleine en middelste bovenvleugeldekvederen zacht blauw; groote bovenvleugeldekvederen wit; ondervleugeldekvederen bruingrijs, de middelste, evenals de okselvederen, wit; vleugelspiegel glanzend groen; slagpennen bruinzwart; staartpennen bruinzwart; bovenstaartdekvederen bruinzwart met olijfgroene tint en onduidelijke vale randen; onderstaartdekvederen zwart; aan weerszijden van den staartwortel een witte vlek. Iris donkerbruin; snavel zwart; pooten geelachtig, vliezen grauwzwart. Vleugel 181–192, staart 75–84, snavel 39–41, loopbeen 29–34 mm.

Oud ♀. Kleur en teekening van kop en bovenzijde gelijkende op het ♀ van Anas querquedula; vederen van borst en van de zijden van het lichaam zwartbruin met breede geelbruine randen; buik en anaalstreek geelwit, dicht zwartbruin gevlekt; kleine en middelste bovenvleugeldekvederen vaal blauwgrijs, de groote met smalle witte randen; vleugelspiegel bruinzwart met zwakken groenen glans; ondervleugeldekvederen en