Pagina:Ornithologia Neerlandica 1.djvu/409

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
223
 
Orde ANSERIFORMES.
Familie ANATIDAE.
 

N°.67.

Erismatura leucocephala (Scopoli).

DE STEKELSTAARTEEND.

Plaat 83: oud ♂ en jong ♀[1].

 

Anas leucocephala Scopoli, Ann. I Hist. Nat. 1769, p. 65. Temminck, Man. d'Orn. 1815, p. 556. Id. id. 2e éd. II, 1820, p. 859, IV, 1840, p 554. Schlegel, Vog. van Ned. 1854–'58, p. 548.

Erismatura leucocephala, Albarda, Aves neerl., 1897, p. 107. Snouckaert van Schauburg, Avif. neerl. 1908, p. 133. Id. Jaarb. n°. 5 Club nederl. vogelk. 1915, p. 106. Van Oort, Notes Leyden Mus. XXX. 1908–'09, p. 154.


Nederlandsche volksnamen: Witkopeend.

Engelsch: White-headed duck.

Duitsch: Ruderente.

Fransch: Canard couronné.

 

Beschrijving. Oud ♂. Kop wit; bovenkop en achterhoofd zwart; hals en soms de keel bruinzwart; benedenvoorhals roestbruin; grootste gedeelte van de borst, de borstzijden en de zijden van het lichaam kastanjebruin, de vederen fijn en onduidelijk met zwart en bruingeel geband; vederen van buik- en anaalstreek grijsbruin met breede, lichte bruingele tot geelwitte eindzoomen; rug- en schoudervederen roodbruin of geelbruin met fijne gegolfde zwarte dwarsbandjes; stuitvederen grijsbruin met vale geelbruine dwarsbandjes; bovenvleugeldekvederen bruingrijs met fijne geelachtige gegolfde dwarsbandjes; ondervleugeldekvederen bruingrijs, de in het midden gelegene wit; groote slagpennen grijsbruin; kleine slagpennen grijsbruin met geelbruine gegolfde dwarsbandjes; okselvederen wit; staartpennen zwartgrauw; bovendekvederen van den staart kastanjebruin, onderdekvederen grijsbruin met licht bruingele dwarsbanden en eindzoomen. Iris bruin; snavel licht grijsblauw; pooten grijsbruin, vliezen zwart. Vleugel 159–162, staart 102–114, snavel 44–47, loopbeen 34–37 mm.

Oud ♀. Voorhoofd, bovenkop, achterhoofd en zijden van den kop donkerbruin, de vederen van het achterhoofd en van de wangen met roodbruine of geelbruine dwarsbanden; streep onder het oog van de snavelbasis tot het achterhoofd en bovenhals wit met zwartbruine dwarse banden op de vederen; kin en keel wit; lichaam en vleugels als bij het ♂, doch algemeene kleur donkerder bruin en de zwarte dwarsbanden op rug


  1. De linker figuur op plaat 83 is geen oud ♀, doch een jong ♀.