Pagina:Ornithologia Neerlandica 1.djvu/412

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

226

 

Genus Mergus Linnaeus.

 

Linnaeus, Syst. Nat. ed. X, 1758, p. 129.

 

Snavel langer dan het loopbeen, slank en krachtig. Tandvormige uitsteeksels op de randen spits driehoekig, in het voorste gedeelte van den snavel sterk naar achteren gericht. Staart uit 18 pennen bestaande. Tot het genus Mergus behooren 5 soorten met een verspreiding als bij de subfamilie aangegeven, waarvan er 2 in ons land zijn waargenomen.

 

Tabel ter bepaling der soorten.

1 kop en bovenhals zwart, groenglanzend ........................................ 2
kop en bovenhals bruin ........................................ 3
2 bovenborst wit of wit met geelachtig rose tint .................... M. merganser.
bovenborst geelbruin, zwart gevlekt .................... M. serrator.
3 witte vleugelvlek van boven door een zwarten band begrensd  .................... M. serrator.
witte vleugelvlek van boven niet door zwart begrensd .................... M. merganser.